Gaternesse (gathernesse, Gaternisse, Gasterne)

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Gaternesse (gathernesse, Gaternisse, Gasterne)

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Verdwenen dorp, ambacht en parochie nabij Roodenhoek, ten noorden van de stad IJzendijke, aan de rand van de Hoofdplaatpolder (gemeente Oostburg). Gaternesse wordt in 1150 als zodanig genoemd; in de 10e eeuw wordt reeds gesproken van de villa Isendic, in pago Gasterna. Het was een vrij uitgestrekt ambacht ongeveer overeenkomend met de tegenwoordige Henricuspolder, prins Willemspolder,Oranjepolder, Mauritspolder, Zachariaspolder en een deel van de Hoofdplaatpolder. De kerk van Gaternesse was een dochterkerk van die te Oostburg (patronaat van de Sint-Pietersabdij te Gent). In 1664 zijn de fundamenten voor het laatst gezien. Behalve de kerk kende men hier ten zuidwesten van het dorp een aan Sint Christophorus gewijde kapel. De Sint-Pietersabdij had in de 13e eeuw te Gaternesse een tiendenschuur, de Nortschure. Herhaaldelijk zijn er stormvloeden over Gaternesse heengegaan die het gebied van de parochie afbrokkelden. In 1492 was de watering van Gaternesse nog slechts 811 gemeten groot en dit laatste stukje is bij de Allerheiligenvloed van 1570 voor goed verdronken.


AUTEUR

S.J.M. Hulsberen


LITERATUUR

Gottschalk, Historische Geografie, I.