Gaspar van der (Jasper of Caspar) Heyden (Heydanus)
Gaspar van der (Jasper of Caspar) Heyden (Heydanus) | |
---|---|
Gaspar van der (Jasper of Caspar) Heyden (Heydanus) was nauw betrokken bij de beeldenstorm op Walcheren. Tekening van resten van de voormalige Rooms-Katholieke kerk omstreeks 1743. Verwoest tijdens de Beeldenstorm. Collectie Jan Andserson. Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, rec.nr. 2366. | |
Geboren | 1530 Mechelen |
Overleden | 7 mei 1586 Bacharach |
Beroep | Prediker |
VIAF | Gaspar van der (Jasper of Caspar) Heyden (Heydanus) |
Biografie
Prediker. In 1566 duikt hij op in de geschiedenis van Zeeland: op 24 augustus preekte hij twee maal in Axel. De volgende dag woedde er de beelden-storm. Van der Heyden heeft de beelden bepaald niet in bescherming genomen. Op 26 augustus verscheen hij onder gewapend geleide van Axelaars in Hulst. Hij wilde op de markt preken, wat hem niet werd toegestaan, omdat het marktdag was. Na een predikatie in het schuttershof van St.-Sebastiaan trok men naar de Willibrorduskerk. Te voren had Van der Heyden aan de magistraat een papier gezonden met een aantal namen van personen die hij had aangewezen om de beelden te breken. Aanvankelijk kreeg Van der Heyden een priesteropleiding, waardoor hij het Latijn uitstekend beheerste, maar nog jong werd hij een aanhanger der Hervorming. Hij ging naar Antwerpen en werd leerling bij een schoenmaker, die behoorde tot de Gemeente onder het Kruis.Toen de leraar van die gemeente eind 1551 gevangen genomen en verbrand werd, werd Van der Heyden, hoewel nog jong, aangewezen hem te vervangen. Tevens bleef hij nog vier jaar lang bij zijn leest, tot de gemeente hem in 1555 vroeg zich geheel te wijden aan het leraarsambt, waar hij samenwerkte met Adriaan van Haemstede. Na een miraculeuze redding bij een overval achtte men het geraden dat hij verdwijnen zou. Van der Heyden vond zijn toevlucht in vluchtelingen-gemeenten, die hij als predikant diende. In 1566 was hij weer terug in Antwerpen, daar er toen meer mogelijkheid was zich te roeren. In 1567, na de slag bij Austruweel, verdween hij weer naar Frankenthal. In 1571 werd hij gekozen tot voorzitter van de synode van Emden. In 1578 werd hij assessor van de Nationale Synode van Dordrecht. Kerkelijk is hij in alle opzichten een nationale figuur van betekenis geweest. Op 8 maart 1578 werd Van der Heyden beroepen te Middelburg om met Gelein d'Hoorne de gemeente te leiden. Aangezien er zo kort na de overgave nog geen kerkenraad was, werd dit beroep uitgebracht door de Prins van Oranje, wat het begin zou worden van de classis Walcheren.
Van der Heyden stelde zijn voorwaarden, o.a. dat, mocht de gemeente van Antwerpen een beroep op hem doen hij dan zou mogen gaan. Dit geschiedde eind 1578. Middelburg liet hem niet gemakkelijk los. Telkens weer werd de beslissing uitgesteld. Van der Heyden reisde heen en weer. Eindelijk hield hij op 20 oktober 1579 zijn afscheidspreek. Van der Heyden wordt beschreven als een man van volhardende ijver, moed en godsvrucht, van krachtige overtuiging en toch weer mild, hoewel hij een calvinist was. Van der Heyden heeft de gemeente van Middelburg gediend in de moeilijke jaren van opbouw. In de periode dat hij hier geweest is heeft hij een stempel gedrukt, niet alleen op de gemeente maar ook op de classis en hierdoor op de provincie. Hij was een vertrouwensman van de Prins van Oranje en van Marnix van St .-Aldegonde, maar ook van de Staten van Zeeland. Wanneer in 1574 te Dordrecht een synode wordt gehouden van Zuid-Holland, wordt ook Zeeland daarbij betrokken. Op kosten van de Staten kon Van der Heyden er heen gaan en, met de ervaring van Emden achter zich, werd hij ook hier gekozen tot praeses.
In de jaren dat Van der Heyden in Zeeland was, had men hier een groot gebrek aan predikanten en daarom werd hij vaak naar de vluchtelingengemeenten gezonden. In Antwerpen was reeds in de moeilijke jaren gebleken welk een uitnemend organisator hij was. Dat bleek ook in Middelburg en op Walcheren. Grote geschriften heeft Van der Heyden niet geschreven. Daarvoor ontbrak hem ook de tijd in zijn rusteloos bestaan. Wel had hij de hand in de teksten van de Heidelbergse catechismus en vooral van de formulieren en gebeden, die tot in onze eeuw algemeen in gebruik zijn gebleven. Na de val van Antwerpen in 1585 heeft Van der Heyden deze stad moeten verlaten en is hij weer naar Frankenthal gegaan. In 1586 werd hij nog in Vlissingen beroepen, maar hij nam dit niet aan. In hetzelfde jaar nog is hij plotseling op reis overleden.
Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
S.J.M. Hulsbergen
Literatuur
- Van Lennep, Van der Heyden. Van der Aa, Biographisch woordenboek. Biographisch woordenboek prot. godgeleerden.
- Fruin, Verspreide geschriften II. 240 vv.
- W. te Water, Kort verhaal.
- Nagtgtas, Levensberichten.
- Nagtglas, De kerkeraad.
- Van Schelven, Nederduitsche vluchtelingenkerken.