Franciscanessen (grauwzusters, Boetzusters, Tertiarissen)
Franciscanessen (grauwzusters, Boetzusters, Tertiarissen) |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Algemene naam voor de vrouwelijke religieuzen die zich hadden aangesloten bij de derde orde van Franciscus van Assisi. Naar hun kleding werden ze grauwzusters genoemd. Oorspronkelijk vormden ze niet direct een kloosterorde, maar meer een vrije aaneensluiting van vrouwen die op religieuze en boetvaardige wijze wilden leven. Toch is het een kloosterorde geworden die in 1289 door paus Nicolaas IV werd goedgekeurd. In plaats van boetzusters, komt ook de naam penitenten voor. Dikwijls arbeidden zij in verzorgend werk en moesten verder met handenarbeid in hun onderhoud voorzien. Sluis heeft in het tegenwoordige Zeeland wel het oudste klooster van de grauwzusters gehad. Het St.-Catharinaklooster is uit 1418. Het stond bij de Zuidpoort en later bij de Oostpoort. Waarschijnlijk zijn het deze zusters geweest die het Mariagasthuis in de Kapellestraat verzorgden en daar een eigen gemeenschap hadden in het Magdalenaklooster. Wanneer in 1578 Sluis aan de Staatse kant komt, trekken de zusters weg, om weer terug te keren wanneer Parma Sluis inneemt. In 1604 zijn ze voorgoed uit Sluis verdwenen. Omstreeks 1461 wordt, even buiten de wallen van Veere het klooster Nazareth van de franciscanessen gesticht. In 1478 zijn deze tertiarissen overgegaan naar de tweede orde van St.-Franciscus, de clarissen, echter met de bepaling dat de zusters die volgens de derde orde wilden blijven leven, in het klooster mochten blijven. Middelburg krijgt zijn klooster van boetzusters in 1473. Het is gesticht door Margriet Simon Deutsdochter en het stond in Bachten 's Gravenhove, waar nu nog de Zusterstraat is. In 1495 namen de ze zusters de abt van Middelburg tot hun superior. Hun kerk, de z.g.n. Vismarktkerk,werd in 1592 aan de Engelse gemeente ten gebruike gegeven. Later werd ze bestemd voor de gereformeerde eredienst. In Zierikzee vestigden de franciscanessen zich in 1490. Ze kwamen in het Poppe Haymangasthuis in de Kapellestraat bij de Zuidpoort. Het klooster dat ze hier bevolkten gaven zij de naam St.-Maria in Nazareth. Tenslotte heeft ook Aardenburg zijn tertiarissen gekregen. Er was daar een gemeenschap van blauwe begijnen, die in 1499 overgingen tot de derde orde. Van hieruit is misschien een gemeenschap in Oostburg gesticht. Ook te Haamstede is er waarschijnlijk een vestiging geweest.
AUTEUR
S.J.M. Hulsbergen
LITERATUUR
Krueger, Geschiedenis bisdom Breda. P.D. de Vos, Voormalige kloosters. Schoengen. Monasticon Batavum. Van der Horst, Kerkelijk Veere, 363. D. de Kok, Nederlandsche Klarissen en Tertiarissen.
AFBEELDING
De Vismarktkerk in Bachten 's-Gravenhof (nu Zusterstraat; afgebroken 1808) te Middelburg, behorend bij het klooster der franciscanessen