Fortificaties En Vestingsteden In Oost Zeeuws-vlaanderen

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
Fortificaties En Vestingsteden In Oost Zeeuws-vlaanderen

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


(Voor fortificaties e.d. in overig Zeeland zie bij de desbetreffende namen en plaatsen).

Oost Zeeuws-Vlaanderen speelde in de 80-jarige Oorlog en daarna, tot aan de Franse Tijd, een belangrijke rol in het spanningsveld tussen de Noordelijke- en de Zuidelijke Nederlanden.

Vele van de in die tijd aangelegde verdedigingswerken kunnen we nu nog, in de vorm van aarden wallen, in het landschap terugvinden, zoals o.a. de vestingwerken van de stad Hulst, de Linie van Communicatie van Hulst naar Fort Zandberg en de fortengordel van Sas van Gent naar Hulst. Bij de aanvang van de 80-jarige Oorlog was in dit gebied De Vier Ambachten alleen Hulst een bevestigde stad met verdedigingswerken van rond 1470. Naar men aanneemt waren er ook bij het sluizencomplex en de daar ontstane nederzetting, het Sas van Gent, verdedigingswerken in de vorm van een hoornwerk. Nadat in 1572 Vlissingen in de handen van de Watergeuzen was gekomen en vandaaruit het gebied van de Vier Ambachten constant bedreigd werd, werd een aanvang gemaakt met de aanleg of uitbreiding van verdedigingswerken. In 1572 werden de vestigingwerken in Hulst uitgebreid; in 1575 verkreeg Axel enige verdedigingswerken en kwam in Terneuzen het fort Aldano gereed; in 1577 werd het sluizencomplex van het Sas van Gent verder versterkt. Voorts zullen toen ook de forten Campen (ingang Hulstersche Haven), Saeftinghe en Haeften zijn aangelegd. Na de Pacificatie van Gent (1576) kwam het gebied min of meer in de invloedssfeer van het militante, calvinistische stadsbestuur van Gent. Eind oktober 1583 werd, onder Parma, het gezag van de Spaanse koning Filips II over deze streek weer ingevoerd. In Terneuzen verkregen de Staatse troepen een bruggehoofd. Zij versterkten deze plaats en bouwden een grote schans, de Moffenschans. Vanuit Antwerpen werd het fort Liefkenshoek aangelegd en de ondersteunings-schansen St.-Antoniushoek, Terventen en de Noord (fort Haeften?). Van Spaanse zijde werden de verdedigingswerken van Sas van Gent, Axel en Hulst uitgebreid. Bij Philippine werd de schans St. Philip opgeworpen en bij Terneuzen (waarschijnlijk) fort Triniteit. Van beide zijden, maar voornamelijk van Staatse kant, trachtte men zich door inundaties te verdedigen, waardoor het huidige Oost Zeeuws-Vlaanderen nagenoeg geheel verdronk. Na de inname van Antwerpen door de Spanjaarden in 1585, bleven er hier twee Staatse bruggehoofden t.w. Terneuzen met (in 1586) Axel en fort Liefkenshoek met fort Lillo. Aan weerszijden van en in het geïnundeerde gebied werden versterkingen aangelegd, zoals het Mauritsfort tegenover Philippine en fort St.-Mark tegenover Axel. Voorts o.a. de forten St. Antonij, St. Stevin, St. Eloy, Kruithage, St. Anna, Roversberg, Moerschans, Grote en Kleine Raap en Zandberg.In 1591 kwam Hulst en het Land van Hulst, onder Prins Maurits, in Staatse handen. Van Spaanse zijde werden in 1595 verdedigingswerken opgeworpen zoals fort St. Jan (1590?), fort Austria, schans de Blom, fort de Klinge (het latere Bedmar?), fort Fuentes (het latere Spinola) en fort Kieldrecht. Mogelijk vanwege deze aktiviteiten werden in 1595 bij Axel de schansen 'op de Ram' (bij de Buthdijk), Beoostenblij en in 1596 Spui aangelegd. In 1596 kwam Hulst, na een zwaar beleg van 6 weken, weer in Spaanse handen. Van Staatse zijde werden de vestingen Terneuzen en Axel verder uitgebouwd en verkregen in resp. 1598 en 1601 hun definitieve vorm. In 1600 werd Philippine het ontschepingspunt voor een strafexpeditie van prins Maurits, die zou leiden tot de Slag bij Nieuwpoort. Philippine werd echter niet als Staats bruggehoofd gehandhaafd. In 1602 kwam in Sas van Gent een belangrijke uitbreiding van de vesting gereed. Op het eind van het 12-jarig bestand (1621) werd de vesting Hulst verder afgebouwd en verkreeg zijn definitieve, nu nog bestaande, vorm. In 1630 begonnen de Spanjaarden in de Polder van Namen, met de aanleg van het grote fort St. Anna, dat in 1632, half voltooid, door de Staatsen werd ingenomen. In 1634 werden er tussen Sas van Gent en Hulst bedijkingen uitgevoerd, waarin oude forten werden opgenomen en nieuwe werden aangelegd, zodat hier een, nu nog aanwezige, gesloten fortengordel ontstond (o.a. de forten Ferdinandus, St.-Nicolaas, St.-Livinus, St.-Jacob, St.-Joseph, St.-Geleyn, St.-Jan, St.-Francois). In 1635 werd Philippine door Frederik Hendrik veroverd en verkreeg in 1643 een belangrijke uitbreiding. In 1644 legden de Spanjaarden de forten Moerspui en Francipany en Terwest aan. In 1644 werd Sas van Gent door de Staatsen ingenomen. In 1645 volgde hetzelfde met Hulst en de daaromheen liggende 30 grote en kleine forten. Door deze veroveringen werd de eeuwenoude band met Vlaanderen verbroken en kwam deze streek onder de Republiek der Verenigde Nederlanden en behoort als zodanig nu tot het Koninkrijk der Nederlanden. De verovering van de vesting Hulst betekende, dat bij een al of niet innemen van Antwerpen, resp. de vaart op deze stad veiliggesteld werd (niet de wens van o.a. Amsterdam) of de vaart op deze stad geblokkeerd kon worden. In 1645 werd de vesting Sas van Gent verder uitgebreid en verkreeg de vesting Hulst 'Linies van Communicatie' naar fort Nassau en fort Moerschans. Bij de vrede van Munster in 1648 behielden de Staatsen het veroverde gebied, w.o. de forten Liefkenshoek en Lillo (afsluiting van de Schelde). In 1672, bij de oorlog met o.m. Frankrijk, werden de oude verdedigingswerken weer in staat van paraatheid gebracht en werden o.m. bij fort Liefkenshoek en de vesting Hulst en Sas van Gent inundaties uitgevoerd. Als gevolg daarvan, alsmede door de stormvloed van 1682 gingen de forten Nassau, St. Mark en Moerspui, door stroomaantasting verloren. De forten nabij Sas van Gent werden reeds in 1673 ontmanteld. Daar er vanuit Frankrijk een dreiging bleef bestaan werden de verdedigingswerken verder uitgebreid. Zo verkreeg Sas van Gent rond 1690 de prachtige vestingvorm die slechts tot het einde van de vorige eeuw behouden kon blijven. Nabij Hulst werd de dijk tussen fort Moerschans en fort Zandberg uitgebreid met bolwerken. Ten zuiden daarvan werden de forten Grote en Kleine Kijkuit gebouwd. Tussen Hulst en Kapellebrug werden rond 1700 de forten Grote en Kleine Verrekijker aangelegd en ten zuiden van de Gentse Poort het Havenfort (1701). In 1701/02, tijdens de Spaanse Successieoorlog, werd ten zuiden van de grens een (de Bedmar-)linie opgeworpen om de Spaanse Nederlanden tegen de Republiek te beschermen. In deze linie, die liep vanaf het Gents Kanaal bij Langbrugge tot aan de Schelde bij Kalloo, lagen o.a. de volgende forten: St. Jan (waarschijnlijk het uit ± 1590 daterende St.-Jan), Bedmar (waarschijnlijk het v.m. fort De Klinge), Verboom (het oude fort Kieldrecht?). Vanuit deze linie werd in 1702 een aanval op Hulst ingezet, die kon worden afgeslagen. De Franse (en Spaanse) troepen stonden onder bevel van Vauban. In Hulst was (van 1701 tot 1703) de vestingbouwer generaal baron Menno van Coehoorn woonachtig. Zo stonden de voor die tijd beroemdste vestingbouwers Vauban en Van Coehoorn tegenover elkaar. Tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog werd in 1744 de Linie bij Axel opgemaakt. Hierin lagen de forten Beoostenblij, Zeelandia, Kijkuit en Nassau. Aan de noord-westzijde van de door de Canisvlietschorren aangelegde dam, werd in 1745 het fort Evertsedam gebouwd. Al hoewel de nodige inundaties waren uitgevoerd, werd Staats-Vlaanderen, zonder veel weerstand te ondervinden, in mei 1747 door de Fransen bezet. Deze bleven hier tot januari 1749. Bij een nieuwe oorlogsdreiging in 1784 volgden opnieuw inundaties. In 1785 moest de Republiek de forten Liefkenshoek en Lillo afstaan. Ter vervanging hiervan werd het fort te Bath gebouwd. De Schelde bleef derhalve gesloten. Daar de hoog opgeslibde schorren geen goede verdediging meer vormden, werd van 1784 tot 1790 in het gebied tussen Sas van Gent en oostelijk van Hulst, een enorm bedijkingsproject met een militair-defensieve achtergrond uitgevoerd. De uitwateringssluizen moesten tevens dienst kunnen doen voor het uitvoeren van inundaties. Deze inundatiesluizen met verdedigingswerken, werden gebouwd bij Sas van Gent (Passluis), bij de Zwartenhoek, bij Reigersbosch en bij het Boerenmagazijn (Stenen Beer). Tevens werden er verdedigingswerken uitgevoerd bij de scheepvaartsluizen bij de Axelsche Sassing en te Luntershoek (vaart op Hulst). Van deze inundatiemogelijkheden werd maar in zeer geringe mate gebruik gemaakt. In oktober 1794 werden de vestingen in dit gebied aan de Fransen overgegeven. In 1795 besloot het Franse bewind de vestingen te ontmantelen. Langs de Schelde bouwden zij verdedigingswerken (batterijen) o.a. in de Margarethapolder, Perkpolder en Graauw. Na de Franse tijd kwam een definitieve ontmanteling van de vestingwerken in OostZeeuws-Vlaanderen. Als gevolg van de Belgische Opstand werd de noodzaak gevoeld het sluizencomplex te Terneuzen (van het in1826 gereedgekomen Kanaal naar Gent) door vestingwerken te beschermen. In 1839 was de nieuwe vesting Terneuzen voltooid. Ook tijdens de tweede wereldoorlog was de verdediging van de Scheldemonding van groot belang. Door de Duitse bezetting werden o.a. in de oude fortificaties, nieuwe verdedigingswerken aangelegd. Bij de v.m. forten Grote en Kleine Kijkuit was er van eind 1942 tot begin 1944 een 'radarkamp' in gebruik. In het voorjaar van 1944 werden er, evenals eeuwen geleden, inundaties uitgevoerd. Zware gevechten werden nog geleverd langs de waterlinie tussen Axel en Hulst. Vanuit de forten uit de 80-jarige oorlog, t.w. Ferdinandus, St.-Nicolaas, St.-Livinus, St.-Jacob en St.-Josef werd door de geallieerde (Poolse) troepen de aanval ingezet. Zo heeft zich hier de g eschiedenis op een merkwaardige wijze herhaald. Kort na 20 september 1944 was Oost Zeeuws-Vlaanderen bevrijd.


AUTEUR

K.J.J. Brand


LITERATUUR

K.J.J. Brand, Fortificaties in Oost Zeeuws-Vlaanderen P.J. Brand, Belegeringen van Hulst. P.J. Brand, Belegering van de stad Hulst. P.J. Brand, Geschiedenis van Hulst. Dieleman, Verovering van Axel. J.R. de Jonge; Axel. Schukking, Vesting Hulst. Van Waesberghe, De oorlog in Staats Vlaanderen.


AFBEELDING

Gezicht op Hulst (2e helft 17e eeuw); steendruk van P.A. Schipperius