Egidius Brugman/EvZ1982-1984

(eerste helft 16^e eeuw). Clericus (geen priester) van het bisdom Kamerijk. Als openbaar notaris stelde hij 19 januari 1541 een document op voor de abdij van Middelburg. Hij bezat verschillende prebenden in de kerken van Walcheren o.a. in Gapinge aan het 0.L. Vrouwe-altaar, te Meliskerke aan het St.-Odulphus-altaar, in de Westmonster te Middelburg en te Werendijke. De parochie 's-Heer Arendskerke werd hem in 1541 toegewezen, maar hij heeft er geen bezit van genomen, want hij is in die tijd getrouwd. Kerkelijke beneficies werden ook aan niet priesters toegewezen, dikwijls als stud ietoelage, maar als zij gingen trouwen werden ze altijd ontnomen. Dat komt in de 16e eeuw herhaaldelijk voor. In feite was de cumulatie van ambten een van de grote misbruiken die de Reformatie hebben helpen veroorzaken. Ongetwijfeld was het de bedoeling van de vrome stichters van al die duizenden stichtingen, dat de priesters, die de inkomsten ervan zouden krijgen, ook de verplichtingen, die er aan verbonden waren persoonlijk zouden waarnemen. Meester Gielis Buchman, secretaris, die als gedeputeerde van de abt van Middelburg op de vergadering der geestelijkheid, 1 juni 1551, te ’s-Gravenhage voor de bijdrage in de kosten van de afvaardiging naar het Concilie van Trente aanwezig was, is volgens Fruvtier dezelfde als Egidius Brugman.