Drie-eilandenplan

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Drie-eilandenplan

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Plan tot aaneenhechting van de voormalige eilanden Noord-Beveland, Walcheren en Zuid-Beveland, dat in 1961 als onderdeel van het Deltaplan gereed kwam. De verbinding kwam tot stand door aanleg van de Zandkreekdam en van de Veersedam. Een eerste Drie eilandenplan bestond reeds in 1866 toen de aannemer Dirk Dron kers daarvoor ijverde. Een tweede en derde Drie-eilandenplan kwam aan de orde in 1875. Ze hadden alle te maken met verbetering van de scheepvaartweg, nl. het doortrekken van het Middelburgse havenkanaal via Noord-Beveland naar de Oosterschelde; daarin lag afdamming van het Veerse Gat en later van de Zandkreek besloten. In 1876 werd nogmaals een Drie-eilandenplan ter sprake gebracht; hierin werd voorgesteld het Veerse Gat en de Zandkreek beide af te sluiten door middel van een dam met schutsluis en deze wateren aldus in een kanaal te veranderen. Een in 1921 door Gedeputeerde Staten van Zeeland ingestelde commissie tot onderzoek van de vraag of afdamming (van de Eendracht en) van de Zandkreek uitvoerbaar en gewenst kon zijn, kwam tot de conclusie dat wat de Zandkreek betreft, afdamming technisch uitvoerbaar was. Om financiële redenen zag men van het plan af. In 1946 werden op landelijk niveau door de toenmalige Nederlandse Vereniging van Landaanwinning verschillende projecten voorgelegd, waaronder een Drie-eilandenplan. De Rijkswaterstaat dacht in 1945 aanvankelijk aan afdamming van de Zandkreek alleen; later werd ook een dam door het Veerse Gat geprojecteerd. Het was echter de ramp van 1953, die de doorstoot gaf tot realisering van het huidige Drie-eilandenplan. Met de voltooiing werd een gebied van ca. 4000 ha van het buitenwater afgesloten.


AUTEUR

M.H. Wilderom


LITERATUUR

De Bruin en Wilderom, Tussen afsluitdammen.