Domein (2)

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Domein (2)

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Staatsdomein. Zowel in Zeeland als elders werden de grafelijke domeinen door rentmeesters beheerd onder toezicht van een Kamer van rekening der grafelijkheidsdomeinen. Na het ontstaan der gewestelijke besturen in de loop van de 15e eeuw en de vereniging der Nederlandse gewesten in 1543 onder één vorst (Karel V), werden de rentmeesters ondergeschikt aan de gewestelijke staten. In 1728 werden de Kamers van rekening der grafelijkheidsdomeinen ontbonden, nadat een groot gedeelte van het domeinbezit was verkocht. Van de tijd der Franse overheersing af (1795), werd het beheer der domeinen in feite een staatsaangelegenheid. Het domeinbezit nam toe door de confiscatie van alle goederen van het Huis van Oranje en van goederen van geestelijke oorsprong, die, aan de Bataafse Republiek overgedragen, in het algemeen staatsdomein werden opgenomen. In 1810 werd het domeinbeheer aan het dienstvak der registratie opgedragen, waaronder het ook na de omwenteling op 17 november 1813 bleef ressorteren, met uitzondering van het tijdvak gelegen tussen 16 december 1813 en 30 november 1818, toen een Raad van rekenkamer der domeinen met het bestuur belast was. Bij de wet van 27 februari 1822 werd het domeinbeheer opgedragen aan het amortisatie syndicaat. Nadat dit syndicaat bij de wet van 27 december 1840 was opgeheven, werd het domeinbestuur bij koninklijke besluiten van 22 en 27 maart 1841 opgedragen aan de minister van financiën. Hiertoe werd aan het Ministerie van Financiën een afdeling domeinen verbonden, in 1956 gewijzigd in directie der domeinen. Het feitelijke beheer werd in handen gelegd van ontvangers én rentmeesters, die ondergeschikt waren aan directeuren der registratie en domeinen. Tot het domeinbeheer behoorden ondermeer de visserijen op de Zeeuwse stromen.

Bij K.B. van 27 juli 1820 werden zij ondergebracht bij de domeinadministratie, maar op 1 maart 1969 werd dit onderdeel opgeheven. De dienst der domeinen wordt thans gevormd door:

a. inspecties der domeinen, b.rentambten der domeinen, c. het bureau Deltazaken.

Door deze dienst worden alle domeinen beheerd, met uitzondering van: de domeinen in beheer bij Staatsbosbeheer, de domeinen behorende bij het Kroondomein, de domeinen bestemd tot zomer- en winterverblijf van de koningin, de IJsselmeerpolders (zolang deze nog niet zijn voltooid) en de

Staatsmijnen in Limburg. Van 1930 af zijn geleidelijk de inspecties der domeinen ingesteld, die sedert 1 augustus 1956 rechtstreeks onder de directie der domeinen van het Ministerie van Financiën ressorteren. In 1969 werden alle toen bestaande (17) inspecties der domeinen opgeheven en werden 6 nieuwe inspecties gevormd, te weten: Midden-Nederland, gevestigd te Arnhem, Noord-Holland, gevestigd te Haarlem, Zuid-Holland, gevestigd te Den Haag, Zuid-West-Nederland, gevestigd te Helmond, Noord-Oost-Nederland, gevestigd te Meppel.

De rentambten der domeinen zijn tot dusver overwegend belast met het beheer van grote complexen landbouwgronden. Momenteel bestaan ze uit de rentambten Breda, Zwolle, Wieringermeer en Noordoostpolder.

Het bureau Deltazaken, gevestigd te Breda, heeft slechts een tijdelijk karakter en is belast met bijzondere werkzaamheden, ontstaan als gevolg van de uitvoering der deltawerken.


AUTEUR

J. v.d. Broecke


LITERATUUR

De Monté Verloren, Hoofdlijnen. De Blécourt, Kort begrip. Gosses, De rechterlijke organisatie.