Dirk Dorrepaal/EvZ1982-1984

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken

(Koudekerk aan de Rijn 1 december I906 - ). Medicus. Studeerde, na aanvankelijk gedroomd te hebben van een studie in de Nederlandse letteren, medicijnen te Leiden; bekwaamde zich verder bij de zeer inspirerende hoogleraar Kuenen, vroeger hoogleraar in de tropische geneeskunde te Amsterdam, later in de interne geneeskunde te Leiden. In 1937 promoveerde Dorrepaal op 'De bepaling van den maximalen en den minimalen bloeddruk en van de Pression moyenne'. Zijn zwager J.M. Planteydt, was internist te Goes; deze hielp hem aan een praktijk in Zeeuws-Vlaanderen, want in het centrum van het land was de markt aan internisten voor de toenmalige behoefte verzadigd. De chirurg Ramselaar te Sluiskil, die vier jaar zonder medewerking van een internist tot operatief ingrijpen had moeten besluiten, was zeer gelukkig, de eerste internist in Zeeuws- Vlaanderen persoonlijk in zijn Buick van de pont te mogen afhalen. Evenals Ramselaar werkte Dorrepaal in drie ziekenhuizen: Terneuzen, Hulst en Sluiskil. Slechts het laatste was behoorlijk geoutilleerd, dank zij de arbeid van Ramselaar. Bij ontstentenis van een röntgenoloog trad de internist ook als zodanig op. In 1955 kon hij het ziekenhuis te Hulst afstoten, omdat dit een eigen internist kreeg, J.M. van Kalmthout. In februari 1969 kreeg Dorrepaal een associé, later nog een. Rond 1975 werd röntgenologie te Sluiskil een apart specialisme. Dorrepaal stond erom bekend, dat hij tijdens de weekeinden de rapporten van de patiënten schreef, zodat zij zeer spoedig uitslag kregen. Pas rond 1967 voerde hij afspraak-spreekuren in. Tevoren wachtten patiënten, die de dokter wilden consulteren, eindeloos geduldig op hun beurt. De laboratoriumonderzoeken van patiënten te Hulst en Terneuzen moesten te Sluiskil gebeuren. Ook kindergeneeskunde of 'micro-interne' ressorteerde onder zijn verantwoording tot in de Tweede Wereldoorlog. Daarna zond hij zijn kleine patiëntjes naar zijn zuster, de echtgenote van de internist Planteydt, die kinderarts was. Pas na 1941, toen de ziekenfondsen wettelijk verplicht werden, begon zijn praktijk te bloeien. Aanvankelijk bestond zijn patiëntenbestand voornamelijk uit lijders aan gastro-enteritis, pas veel later meldden zich lijders aan harten vaatziekten. In de eerste tijden bezocht hij ook de patiënten aan huis. De stofwisselingsbepaling kon, wegens de aanwezigheid van een toestel, van stonde af gebeuren. Dorrepaal had een portable electro-cardiograaf, die hij ook in Terneuzen en Hulst kon gebruiken. Menigmaal kwam hij in consult te Oostburg, waar de actieve huisarts I. Buskop praktiseerde. Deze verschafte dan aan Dorrepaal alle gegevens over de patiënt en liet hem dan de diagnose stellen. Een enkele maal ging hij ook in consult in andere plaatsen van West Zeeuws-Vlaanderen. Per 1 juli 1977 heeft hij zijn praktijk neergelegd.