Daniel van Laren/EvZ1982-1984

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken

(Antwerpen 3 jan.1585 - Arnhem 1649). Predikant. Oudste zoon van Joos van Laren sr. Na een degelijke studie te Leiden werd hij in 1606 predikant te lJzendijke. Toen men hem in Vlissingen beriep in de vacature van Abr. van der Myle gaf dit moeilijkheden, omdat de kerkeraad al te haastig te werk was gegaan, zonder de noodzakelijke goedkeuringen. In 1623 verwekte Van Laren grote beroering, zowel in Vlissingen als ook in de classis, omdat hij de opvatting der chiliasten begon te propageren en zich beroemde op de gave der profetie. Hij leerde dat de martelaren 1000 jaar vóór de andere doden zouden worden opgewekt. Zelfs de Staten voelden zich erbij betrokken, toen hieruit moeilijkheden ontstonden; hoe kon het ook anders in Zeeland. Nog meer afwijkingen meende men bij Van Laren te bespeuren. De classis vermaande hem over zijn bijzondere gevoelens te zwijgen. Hij deed dit niet, ook niet toen de classis officieel zijn gevoelens had verworpen. Toch ging de classis ook weer niet in op het verzoek van de Vlissingse kerkeraad hem het preken en catechiseren te verbieden, maar wèl dreigde zij met schorsing. De gemeente raakte steeds meer gespleten. Dit kwam op een gevaarlijke wijze tot uiting toen twee afgevaardigden kwamen vertellen dat de classis de gevoelens van Van Laren als onschriftuurlijk veroordeelde. Hevig tumult ontstond toen men hoorde dat aan hun geliefde predikant (want dat was hij) het avondmaal werd ontzegd. De stadswacht moest er aan te pas komen om de classicale afgevaardigden een veilige aftocht te verzekeren. Toen bood Van Laren aan van zijn bediening afstand te doen, mits de classis hem een behoorlijk getuigschrift zou geven met het oog op een beroep. Een lastig geval voor de classis. Het gelukte Faukelius, die reeds meerdere malen voor uitkomst had gezorgd, een stuk op te stellen dat zeer omzichtig was gesteld (te vinden bij Vrolikhert). Met algemene stemmen werd dit goedgekeurd, terwijl Van Laren er ook mee accoord ging. Voordien echter had men hem een stuk ter ondertekening voorgelegd, waarin gevraagd werd zijn particuliere gevoelens over de opstanding der martelaren voor zich te houden. Nadien verliet Van Laren Vlissingen, maar daarmee was de rust in de stad natuurlijk nog niet teruggekeerd en er dreigde een scheuring in de gemeente. In enkele maanden had de classis niet minder dan 18 maal vergaderd. De classis heeft er wel voor gezorgd dat Van Laren in 1625 te Arnhem werd beroepen, zij het dan voor één jaar op proef, maar hij is er gebleven tot zijn emeritaat in 1651. Later heeft hij schriftelijk beleden dat hij zijn vroegere gevoelens over het 1000-jarig rijk had laten varen, omdat ze onschriftuurlijk waren.