Damnes Pierre Marie Huet

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
Huet, Damnes Pierre Marie

(Amsterdam 7 december 1827-Goes 9 april 1895). Theoloog.

Studeerde te Amsterdam, Leiden, Montauban (Fr.) en Kaapstad, waarna hij van 1853 tot 1867 als predikant in Zuid-Afrika verbleef. Hier valt de grote verandering in zijn leven, waarvan de neerslag te vinden is in zijn Afrikaanse gedichten. In 1867 is hij terug in ons land als rondreizend prediker van de Confessionele Vereniging. Na een predikantschap in Veenendaal, Dirksland en Nunspeet, wordt hij op 14 april 1878 in Goes bevestigd. Zijn invloed, zowel in zijn standplaats als in de omgeving was al spoedig aanzienlijk. Groot was daarom de verslagenheid toen Huet in 1885 het spiritisme aanvaardde en dit in woord en geschrift ging verdedigen als het grote teken des tijds tegenover materialisme en ongeloof. Huet voelde zich geroepen op deze wijze de poort der hoop te openen. Hoe meer lege plaatsen er in de kerk kwamen, hoe meer hij deze aangevuld zag met de geesten van gestorvenen, aan wie hij ook het Evangelie moest verkondigen. Een klacht bij de kerkeraad tegen Huet vanwege zijn dwalingen en verkeerde werken kon niet uitblijven. De kerkeraad schakelde het classicaal bestuur in, dat een eindeloos geduld met hem heeft gehad. Huet verklaarde noch tegen de belijdenis noch tegen de reglementen van de kerk te hebben gezondigd. Inmiddels ging hij voort het spiritisme te propageren. I n 1889 werd hij voorzitter van het landelijk spiritistisch congres. Toen hij daar in 1890 zou spreken over 'Op welke wijze de séances in te richten om ze het best aan haar bestemming te doen beantwoorden', wist zijn vriend, de vrije evangelische predikant J.G. Smitt, bij wie hij logeerde, hem van zijn dwalingen te overtuigen. Huet weigerde toen het congres toe te spreken, keerde teru g naar Goes en heeft daar in een zeer bewogen kerkdienst met een preek over Lukas 24:34 het spiritisme afgezworen. Een jaar later verscheen zijn boekje 'Na vijf jaren', dat in vele talen is vertaald. Huet houdt daarin de realiteit van het spiritisme staande, maar noemt het onbetrouwbaar, gevaarlijk en diep zondig. Huet heeft behalve zijn Afrikaanse gedichten, die enkele herdrukken beleefden, nog een paar gedichtenbundels gepubliceerd, evenals zeer veel stichtelijke lectuur.


AUTEUR

S.J.M. Hulsbergen, gecontroleerd redactie 2013


LITERATUUR

Biographisch woordenboek Prot. godgeleerden.

Wessels, P. Huet.

J. Kuiper, Godsdienstig en kerkelijk leven. Lauret. Mier.


Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


(Amsterdam 7 dec. 1827-Goes 9 april 1895). Theoloog. Studeerde te Amsterdam, Leiden, Montauban (Fr.) en Kaapstad, waarna hij van 1853 tot 1867 als predikant in Zuid-Afrika verbleef. Hier valt de grote verandering in zijn leven, waarvan de neerslag te vinden is in zijn Afrikaanse gedichten. In 1867 is hij terug in ons land als rondreizend prediker van de Confessionele Vereniging. Na een predikantschap in Veenendaal, Dirksland en Nunspeet, wordt hij op 14 april 1878 in Goes bevestigd. Zijn invloed, zowel in zijn standplaats als in de omgeving was al spoedig aanzienlijk. Groot was daarom de verslagenheid toen Huet in 1885 het spiritisme aanvaardde en dit in woord en geschrift ging verdedigen als het grote teken destijds tegenover materialisme en ongeloof. Huet voelde zich geroepen op deze wijze de poort der hoop te openen. Hoe meer lege plaatsen er in de kerk kwamen, hoe meer hij deze aangevuld zag met de geesten van gestorvenen, aan wie hij ook het Evangelie moest verkondigen. Een klacht bij de kerkenraad tegen Huet vanwege zijn dwalingen en verkeerde werken kon niet uitblijven. De kerkenraad schakelde het classicaal bestuur in, dat een eindeloos geduld met hem heeft gehad. Huet verklaarde noch tegen de belijdenis noch tegen de reglementen van de kerk te hebben gezondigd. Inmiddels ging hij voort het spiritisme te

propageren. In 1889 werd hij voorzitter van het landelijk spiritistisch congres. Toen hij daar in 1890 zou spreken over 'Op welke wijze de séances in te richten om ze het bestaan haar bestemming te doen beantwoorden', wist zijn vriend, de vrije evangelische predikant J.G. Smitt, bij wie hij logeerde, hem van zijn dwalingen te overtuigen. Huet weigerde toen het congres toe te spreken, keerde terug naar Goes en heeft daar in een zeer bewogen kerkdienst met een preek over Lukas 24:34 het spiritisme afgezworen. Een jaar later verscheen zijn boekje 'Na vijf jaren', dat in vele talen is vertaald. Huet houdt daarin de realiteit van het spiritisme staande, maar noemt het onbetrouwbaar, gevaarlijk en diep zondig. Huet heeft behalve zijn Afrikaanse gedichten, die enkele herdrukken beleefden, nog een paar gedichtenbundels gepubliceerd, als mede zeer veel stichtelijke lectuur.