Cor Kammeraad
| Cor Kammeraad | |
|---|---|
 Cor Kammeraad, 1974. Foto: ZB/Beeldbank Zeeland, Fotoarchief PZC, rec.nr. 162807. | |
| Geboren | 14 januari 1902 Hazerswoude |
| Overleden | 20 oktober 1978 Middelburg |
| Beroep | molenaar, graanhandelaar en politicus] |
Inhoud
Achtergrond
Cornelis (Kees) Adrianus Kammeraad was de zoon van Reinier Kammeraad – telg uit een molenaarsgeslacht - en Adriana Keij. Na de lagere school en de HBS in Leiden studeerde hij aan de Handelsavondschool te Rotterdam. Daarna was hij eerst werknemer en vanaf 1923 eigenaar van een graanmaalderij van zijn oom en graanhandelaar in de wijk ’t Zand nabij Middelburg. Vanuit deze werkzaamheden was hij voorzitter van de Algemene Nederlandse Molenaarsbond en de Zeeuwse Molenaarsbond. Kees Kammeraad zou uiteindelijk tot 1965 molenaar blijven. Door de grote concurrentie en het gebrek aan een opvolger – zijn zoon weigerde hem op te volgen – moest hij zijn bedrijf opgeven.
Tarwewet en Kamer van Koophandel
Als molenaar en graanhandelaar kwam Kees Kammeraad op tegen regelzucht van de overheid, die voorschreef dat alle in Nederland verbouwde tarwe bij de overheid moest worden ingeleverd. Daarvan moest weer 35% worden vermalen voor menselijke consumptie. Deze Tarwewet ervaarde Kammeraad als een aanslag op de zelfstandigheid van de molenaars en menig molenaar was bang dat alles in handen van de meelfabrieken zou terecht komen. De onrust hierover – zich onder andere vertalend in vele vergaderingen onder molenaars – leidde ertoe dat Kees Kammeraad werd gevraagd landelijk voorzitter te worden van de Nederlandse Molenaarsbond. Vanaf 1943 rolde hij zo het bestuur in van de pas opgerichte Zeeuws Kamer van Koophandel. Na de oorlog, na uitgevoerde zuiveringen van het bestuur, werd Kammeraad definitief benoemd tot lid van de nieuwe Zeeuwse Kamer van Koophandel. Nadat er in 1951 een aparte Kamer van Koophandel werd opgericht voor Zeeuws-Vlaanderen werd Kees Kammeraad voorzitter van de Kamer van Koophandel voor Noord- en Midden-Zeeland. Deze functie zou hij tot en met april 1974 blijven vervullen. Vanuit zijn functie als voorzitter van de Kamer van Koophandel van Noord- en Midden-Zeeland speelde Kees Kammeraad een actieve rol in de totstandkoming van het Economisch Technologisch Instituut (ETI), het vliegveld Midden-Zeeland en het Havenschap Vlissingen.[1]
Politieke carrière
Kees Kammeraad was van 1935 tot 1941 lid van de gemeenteraad van Koudekerke voor de partij Gemeentebelangen. Vanaf 1958 was hij lid van de Middelburgse gemeenteraad voor de VVD. Dit bleef hij doen tot september 1974, toen hij zich niet meer verkiesbaar stelde. Ook maakte Kammeraad van 1962 tot 1965 deel uit van Provinciale Staten. Vanaf 31 juli 1963 tot 22 februari 1967 was Kees Kammeraad voor de VVD ook lid van de Tweede Kamer. Op het nippertje kwam hij erin omdat Kamerlid Toxopeus doorschoof naar de regering. In de Kamer hield Kammeraad zich vooral bezig met middenstandsaangelegenheden, visserij, handelspolitiek en koninkrijkszaken. Kees Kammeraad was ook enkele jaren lid van de Sociaal Economische Raad (SER).
Belangrijkste nevenfuncties
- Lid van het dagelijks bestuur van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Midden- en Noord-Zeeland
- Voorzitter van de Nederlandse Molenaarsbond
- Lid van het hoofdbestuur van de Koninklijke Nederlandse Middenstandsbond
- Lid van de adviescommissie Gewestelijk Arbeidsbureau voor Zeeland
- Voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Midden- en Noordzeeland
- Plaatsvervangend lid van de Sociaal Economische Raad
Bronnen
Eretekens/onderscheidingen
- Officier in de Orde van Oranje-Nassau,
- Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, april 1974, vanwege zijn grote verdiensten voor de Kamer van Koophandel van Noord- en Midden-Zeeland[2]
Auteur
-W. van Gorsel, 2023
