Christophorus Henricus Diedericus Buys Ballot/EvZ1982-1984

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken

(Kloetinge 10 okt. 1817 - Utrecht 3 febr. 1890). Meteoroloog van internationale bekendheid en veelzijdig geleerde. Na het eindexamen gymnasium (1835, Zaltbommel) studeerde hij aan de Rijks Universiteit te Utrecht en slaagde in 1839 'magnacum laude' voor het candidaatsexamen wis- en natuurkunde. Hij promoveerde in 1844 op de dissertatie 'De Synaphia et Prosaphia' (cohaesie en adhaesie), waarin hij een geheel nieuwe theorie van atoomen moleculaire krachten introduceerde. In dit werk worden zijn latere brede visie en veelzijdige kennis reeds aangekondigd; in zijn stellingen worden behalve wiskunde, alle vakken van de faculteit behandeld. Stelling XVIII getuigt van zijn vooruitziende blik: 'Weldra zal de meteorologie met recht de naam wetenschap voor zich opeisen'. Het belang van een juiste interpretatie van waarnemingen waarmee hij later zijn wereldnaam vestigde legde hij vast in de publicatie: 'Schets eener Physiologie van het onbewerktuigde rijk der natuur' (1843). Zijn veelzijdigheid blijkt ook uit zijn leeropdrachten aan de Utrechtse Universiteit: 1845 lector in de mineralogie en geologie;1846 lector in de theoretische chemie; buitengewoon hoogleraar in de wiskunde;1853 colleges in de sterrenkunde; 1857 gewoon hoogleraar in de wiskunde; 1867 gewoon hoogleraar in de natuurkunde.In 1855 werd hij lid van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen te Amsterdam. De meteorologie kreeg zijn belangstelling door waarnemingen, die hij van 1839-1843 verrichtte voor professor Van Rees. In zijn eerste publicatie over meteorologie (1846) stipte hij vrijwel alle toenmalige vraagpunten op dat gebied aan. Op zijn voorstel werd in 1854 het K.N.M.I. opgericht. Hij verrichtte baanbrekend werk door het normaliseren en geschikt maken van waarnemingen voor internationaal g ebruik, zodat het weer in groter verband kon worden bestudeerd. In 1857 maakte hij zijn bekende wet over de invloed van de aardrotatie op de windrichting bekend op een vergadering van de Koninklijke Akademie. Hij schreef 236 publicaties, in vijf talen, was lid van 30 wetenschappelijke verenigingen in 13 landen en erelid van 10 genootschappen in Nederland, België, Duitsland, Engeland en Oostenrijk.