Caisson

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Caisson

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Drijvend element van gewapend beton in 1944 voor het eerst gebruikt door de geallieerden om zgn. Mulberryhavens ten dienste van de invasie aan de Franse noordkust aan te leggen; thans algemeen gebruikt om sluitgaten in stroomgeulen te blokkeren. Kleine en grote caissons -zgn. beetles, intermediate's en Phoenix caissons- overgebleven van de invasie van 1944 in Normandië, werden in 1945/46 gebruikt om de stroomgaten van het geïnundeerde Walcheren te sluiten. In 1952 werden caissons gebruikt voor dichting van de Braakmangeul. In 1953 werd vooral op Schouwen-Duiveland en bij Kruiningen veelvuldig gebruik gemaakt van caissons om de grootste stroomgaten van de stormramp van 1 februari 1953 te dichten. Bij Ouwerkerk en bij Schelphoek in Schouwen-Duiveland zijn de restanten daarvan zichtbaar. Bij de afsluiting van de zeegaten zijn in het kader van de Deltawerken verschillende typen caissons toegepast. De Zandkreekdam werd in 1960 gesloten met zgn. eenheidscaissons, verhoogd met manchetten (opzetstukken). De hoofdgeul in de Veersedam werd in 1961 eblokkeerd met zeven zgn. doorlaatcaissons. In 1962 volgde sluiting van de zuidelijke geul van de Grevelingen bij Bruinisse met vier gekoppelde caissons. Nadat in april 1969 het Volkerak bij Numansdorp met twaalf doorlaatcaissons was afgesloten, werd in 1971 de noordelijke geul van het Brouwershavensche Gat eveneens met twaalf doorlaatcaissons gesloten.


AUTEUR

M.H. Wilderom


LITERATUUR

Driemaandelijks Bericht Deltawerken, nr. 1. augustus 1957.


AFBEELDING

Caissonbouw voor de sluiting van het Brouwershavensche Gat. Het invaren van de laatste caisson bij de sluiting van het Brouwershavensche Gat. Zonder caissons zou na 1953 het dijkherstel veel moeizamer zijn verlopen: Ouwerkerk.