Breskens/EvZ1982-1984
Breskens (breskins, Dial. Bresjes) |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Dorp binnen de gemeente Oostburg in West Zeeuws-Vlaanderen: vóór de gemeentelijke herindeling op 1 april 1970 een zelfstandige gemeente (723 ha). waartoe behoorden: Breskens, Halve Maantje, Kijkuit, Nieuwesluis, Zandertje en de overblijfselen van de voormalige forten Frederik Hendrik en Willem 1 Breskens, Positie van); 4412 inw.(1980).
Wapen: van goud, met een dubbele arend van sabel, het schild gedekt met één kroon van goud. De Duitse rijksadelaar in dit wapen herinnert waarschijnlijk aan de uitgifte van de heerlijkheid Breskens door keizer Maximiliaan in 1486. Het wapen werd op 31 juli 1817 voor de gemeente bevestigd.
Vlag: Breskens voert al sedert het midden van de 17e eeuw een vlag van twee banen, groen-rood; waar deze kleuren vandaan komen is niet bekend; mogelijk is er samenhang met de vlag van Brussel, omdat er veerschipperijverbindingen vanaf Breskens met die stad bestonden.
varia: kermis op de eerste donderdag in juli t.m. zondag d.a.v.; markt op maandag om de veertien dagen.
Economische bedrijvigheid: door de aanwezigheid van een grote jachthaven en de ligging bij strand en duin, is er veel recreatiedrukte in het na de tweede wereldoorlog vrijwel geheel herbouwde dorp. Aan de vissershaven bevindt zich een moderne vismijn. De eigen vissersvloot, maar ook een groot aantal vissers van elders, voeren er hun vangsten aan; grote omzet van tong en garnalen (o.a.export naar Parijs); visverwerkende industrie. In de polders rond Breskens wordt landbouw en fruitteelt bedreven; handel in landbouwprodukten. Op de Breskense jachtwerven worden o.a. zeegaande motor- en zeiljachten gebouwd. Breskens geniet vooral bekendheid als aanlegplaats voor de drukke veerdienst op Vlissingen.
Geschiedenis: In de 15e eeuw waren er aan de noordzijde van het ambacht Oostburg schorren en slikken, bekend onder de naam Breskenszand. In het voorjaar van 1487 verleende Maximiliaan van Oostenrijk octrooi voor de bedijking aan Philips van Kleef, heer van Ravestein. Door de burgeroorlog in Vlaanderen (1488-1492), waarbij Philips van Kleef betrokken was, werd de bedijking van Breskens' vertraagd tot 1510, toen de Groot-Breskenspolder werd aangewonnen. In de nieuwe polder vond de bouw van een kerk plaats ter ere van de Heilige Barbara. Van 1517 tot 1585 ontstond een eerste woonkern, die echter in 1585 ten gevolge van een door bewoners van Groede teweeggebrachte inundatie verdween. Eerst na de herdijking in 1610 kwam Breskens tot ontwikkeling ofschoon de plaats dikwijls te lijden heeft gehad van stormvloeden en oorlogshandelingen; veel vruchtbare gronden zijn door de zee verzwolgen. Na de verdwijning van de sbhr Breskens gelegen polders en door de aanleg van een haven, vond aan de westzijde daarvan enige duinvorming plaats. Tijdens de verwik kelingen met België werd in 1832-1835, in de noordwestelijke polderhoek recht voor de haven, het Havenfort aangelegd. Dit fort, dat voorzien was van bomvrije ruimten, is in 1890 opgeruimd; in 1919-1923 werden ter plaatse woningen gebouwd. De haven van Breskens was in het begin van de 19e eeuw niet meer dan een geul met enige paalwerken als aanlegplaats. Later is de haven steeds meer verbeterd en uitgebreid. In 1927-1928 werd in een vernieuwde veerhaven een aanlegplaats voor de boten van het veer Vlissin g en-Breskens aangelegd. De aanlegplaats is in 1958 verplaatst naar een geheel nieuwe veerhaven ten westen san het dorp. De dorpskern van Breskens boette hierdoor veel aan bedrijvigheid in, maar kreeg ter compensatie van het Rijk een boulevard, de Promenade. Vanaf deze op duin en strand uitlopende boulevard heeft men een prachtig uitzicht op de Westerschelde en de Rede van Vlissingen. Het dorp Breskens bestaat vrijwel geheel uit nieuwbouw. In de tweede wereldoorlog werd de plaats voor 80% verwoest. Op 11 september 1944 onderging het dorp een zwaar Canadees bombardement; de 22e oktober rukten de Canadezen de strategisch zo belangrijke plaats aan de monding van de Westerschelde binnen.
AUTEUR
J.A. Trimpe Burger
LITERATUUR
Gottschalk, Historische geografie. De Hullu, Over de op richting. Sandherg, Overzetveren, 135-136. Zie verder bibliografie, topografische ingang.