Boddaert ijzerfabriek
Boddaert ijzerfabriek |
---|
Voormalige ijzerfabriek in Middelburg.
Geschiedenis van het bedrijf
Op de plek waar thans de ZB is gehuisvest klonk ooit het geluid van hamers en het gieten van vloeibaar ijzererts. Het was de plaats waar de N.V. Middelburgsche IJzergieterij en Machinefabriek Boddaert was gevestigd en vele generaties Middelburgse arbeiders – al sinds 1859 - van werk werden voorzien. In dit al in de negentiende eeuw gevestigde bedrijf werkten voor de oorlog tientallen arbeiders als draaiers, frezers, bankwerkers en boorders bij zeer hoge temperaturen aan de productie van ijzeren gietstukken voor met name de scheepsbouw.
Het begin
De ijzerfabriek werd op 23 juli 1850 opgericht door jonkheer Willem Reinbrand Boddaert (1812-1888), Johannes Agelink van Rentergem en boekhouder Pieter Nachtegaal onder de naam firma Boddaert en Van Rentergem. Met een kapitaal van 6.000 gulden gingen ze van start aan de Vlissingse straat. Drie jaar na de oprichting had de gieterij 12 arbeiders in dienst en beschikte het over een oven. Met behulp van een nieuwe investeerder (Van Reigersberg-Versluys) werd het bedrijf in 1858 vergroot en kon er een groter onderkomen worden gevonden aan een terrein tussen de Kousteensedijk en de Blauwedijk. Een stukje grond waar eerder een gracht liep, die was gedempt. Overigens ging Boddaert enkele jaren later weer zelfstandig verder onder de naam "Boddaert en Compagnie". Vanaf 1875 kwam ook Willem Reinbrands zoon jonkheer Jacques Phoenix Boddaert in de zaak.
Na de oorlog
Vanwege de oorlogsschade en de behoefte aan liquide middelen werd in 1954 besloten het familiebedrijf om te zetten naar een NV. Zo ontstond op 29 april 1954 Boddaer & Co. Het maatschappelijk kapitaal bedroeg 450.000 gulden.
Vanaf de jaren vijftig werd Boddaert in toenemende mate geconfronteerd met klachten van buurtbewoners over luchtverontreinigign en stank. Onvrede was er ook over geluidsoverlast en brandgevaar. De gemeente Middelburg legde het bedrijf daarna de verplichting op de schoorstenen te verhogen.
Zwaar werk
Het werken in de ijzergieterij was zwaar werk. Voor degenen die onder de fysiek zwaarste omstandigheden moesten werken, bijvoorbeeld vanwege de extreme hitte van het gesmolten erts of het lawaai in de fabriekshal, werd een extra toeslag betaald. Later werd ook steeds meer met warmte-afstotende pakken en oog- en oorbeschermers gewerkt en verbeterden de fysieke arbeidsomstandigheden. Het personeel van Boddaert werd bijna allemaal zelf opgeleid.
RSV
Toen de zaken bij Boddaert in de jaren vijftig steeds minder goed liepen en het bedrijf in 1958 zelfs failliet werd verklaard, nam het bedrijf Thomassen uit De Steeg (Gld.) de fabriek over. Vanaf 1966 werd Thomassen (en Boddaert) onderdeel van het Schelde-Rijn concern. Later sloot ook het Verolme concern zich hierbij aan en ontstaan het RSV-concern. De gieterij-activiteiten werden geconcentreerd in Middelburg. Hierdoor steeg de werkgelegenheid in het bedrijf van 80 naar 125 mensen.
In augustus 1975 werd de laatste gieting verricht. Daarna verhuisde Boddaert naar het industrieterrein van Middelburg aan de Kleverskerkseweg.[1] In deze nieuwe fabriek kon met moderner machines worden gewerkt, waardoor de concurrentiepositie werd versterkt. Door de nieuwe externe ligging van het bedrijf had de onmiddellijke woonomgeving van de ijzergieterij ook geen last meer van hinderlijke uitstoot van kwalijke stoffen, zoals aan de Kousteensedijk decennialang wel het geval was.
Zeeuwse Bibliotheek
De gemeente Middelburg wilde het vrijgekomen Boddaert-terrein als parkeerterrein gebruiken, maar besloot later dat dit een goede plek was voor de nieuwe Zeeuwse Bibliotheek. Voordat deze op 29 januari 1985 kon worden geopend moest er eerst een grondsanering worden uitgevoerd. Bij deze voorbereidende werkzaamheden moest vanaf 1982 eerst 15.000 kubieke meter met koper en kwik vervuilde grond worden afgevoerd. Het werd een flinke operatie.
Auteur
W. van Gorsel, 2017
Bronnen
Literatuur
Sites
- ZB Krantenbank Zeeland, PZC, 1975 en Middelburgsche Courant, 1931.