Bijenteelt

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Bijenteelt

Werd reeds in de vorige Beu ss in Zeeland bedreven. Bekend is, dat in die jaren imkers uit Gelderland en Brabant per schip of trein naar dit gewest kwamen om hun volken hij de bloeiende koolzaadvelden te plaatsen. In de Natuurkundige Plaatsbeschrijving van de provincie Zeeland, 1870, p. 84, vermeldde Dr. J.C. de Man 'dat de bijenteelt hier en daar in het klein wordt uitgeoefend'. Beroepsimkers heeft Zeeland nooit gehad. In latere jaren g ingen vooral de fruit teeltbedrijven er toe over bijenwolken te houden voor de bestuiving van de vruchtbomen. Na 1950 was er een aanmerkelijke teruggang van het aantal volken, vooral ten gevolge van het verdwijnen van bloeiende klaver, lucerne- en koolzaadvelden. Ook het bespuiten van de boomgaarden bespoedigde de achteruitgang. De laatste jaren neemt het aantal volken echter weer wat toe. Tegenwoordig wordt ook bij de aardbeienteelt onder glas gebruik gemaakt van bijenvolken voor de bestuiving. Sinds 1924 heeft zich van België uit een mijtziekte verspreid onder de bijen van ZeeuwsVlaanderen. In anderen delen van Zeeland is deze ziekte tot dusver nog niet waargenomen. De mijten, Acárapis woódi, zijn kleine spinachtige diertjes, ca. 0,25 mm groot. Zij vermenigvuldigen zich in het eerste paar luchtbuizen van het borststuk van de bijen.


AUTEUR

B.van Aartsen