Bedijkingswaterschap

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Bedijkingswaterschap

(of concessiewaterschap, zoals Mr. S.J. Fockema Andreae dit waterschap heeft genoemd). Ontstaan doordat de landsheer in latere tijd de landsoverheid bij de uitgifte van gronden, veelal aanwassen, aan de bedijkers bij bedijkingsoctrooi het recht toekende zelf een afzonderlijk dijkof waterschapsbestuur aan te stellen over de nieuw gewonnen of herwonnen polder (bedijking). Reeds op het einde van de 14e eeuw zijn in Zeeland, met name op Duiveland en Tholen, zulke bedijkingswaterschappen tot omwikkeling gekomen. Op het einde van de 16e en in de eerste helft van de 17e eeuv, zijn vooral in Zeeuws-Vlaanderen zeer veel bedijkingswaterschappen ontstaan als gevolg van verleende herbedijkingsoctrooien voor de met de zee gemeen liggende gronden. De bedijkingswaterschappen omvatten waterstaatkundig als regel één polder.


AUTEUR

A.C.F. Koch, Gallé

LITERATUUR

G.A. Fokker, Repertorium van charters. Cau, Groot Placaet-boeck II, kol. 1841-2021. Gallé, Beveiligd bestaan, 135 vv.