Bath, Nauw Van
Vaargeul in de Westerschelde. Verbetering van deze vaargeul door bochtafsnijding maakt deel uit van een pakket verdragen met België, dat op 19 juni 1975 werd geparafeerd door de Belgische minister van Openbare Werken en de Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat. Een parlementaire behandeling van deze verdragen heeft nog steeds niet plaats gevonden. Zie: Baalhoekkanaal).
Doel van de bocht afsnijding is de havengebieden op de rechter Schelde-oever achter de Zandvlietsluis voor de scheepvaart beter toegankelijk te maken. De Belgisch-Nederlandse Technische Schelde-Commissie nam het project in studie, waarbij de Nederlandse afvaardiging opdracht had het Land van Saaftinge zoveel mogelijk te ontzien. Het resultaat van deze studie was een tweetal ontwerpen, het ene met een noordelijk, het andere met een meer zuidelijk tracé. De raad van Waterstaat koos voor het meest noordelijke tracé, omdat daarmee de aantasting van Saaftinge binnen aanvaardbare proporties zou blijven. De Nederlandse regering nam deze keuze over. Of dit noordelijke tracé ooit verwezenlijkt zal worden hangt uiteraard af van de parlementaire behandeling der verdragen. Vaststaat wel, dat men in België sinds 1975 over de bochtafsnijding anders is gaan denken. Stroomveranderingen in de Westerschelde hebben voor de normale scheepvaart de nauwe doorvaart minder hinderlijk gemaakt en in 1980 werd vooral in Antwerpse scheepvaartkringen aangedrongen op een grootschaliger aanpak van de Schelde-problematiek. Men wil dat de totale bevaarbaarheid van de Schelde in studie wordt genomen en vooral de vraag hoe deze voor verkeer met mammoettankers geschikt kan worden gemaakt. Met alleen een bochtafsnijding bij Bath neemt men geen genoegen meer. De economische crisis van 1981 heeft echter ook de mammoet-tankers getroffen, zodat alle onzekerheden zijn blijven bestaan.
Auteur
A.Teunis