Bakkeeten
Werkwoord; benaming van het tot in het begin van de 20ste eeuw bestaande gebruik op Walcheren dat een jongen met zijn meisje de nacht doorbracht in de bakkeet, een gebouwtje bij het huis, waar de bakoven stond. De nacht werd benut om te vrijen, al is onduidelijk of het seksueel contact altijd even ver ging. Soortgelijke gebruiken kwamen elders op het platteland in Nederland ook voor: nachtvrijen, kweesten en venstervrijen. In de kleine, hechte plattelandsgemeenschappen was de sociale controle groot. Werd een meisje zwanger en weigerde de jongen haar te trouwen, dan kon de dorpsgemeenschap ingrijpen.
Auteur
-P.J. Meertens, herz. J. Dekker (2012)
Bronnen
-Ghijsen, H.C.M., (red.), Woordenboek der Zeeuwse dialecten (Krabbendijke, 1998) 54.
-Noordman, J.M.A. e.a., Vijf eeuwen opvoeden in Nederland; idee en praktijk, 1500-2000 (Assen, 2010).