Apollonius Schotte/EvZ1982-1984
(Middelburg vóór 1570-Jacatra 26 november 1613). Opperkoopman en kapitein VOC Zoon van Jacob Schotte en diens eerste vrouw Leuntje (Apollonia) Thoor. Ofschoon dus 'van treffelijcken maechschappe', melden de bronnen dat hij 'in sijn jonge jaeren wilt is gheweest, ende sijn middelen, die seer goet waeren, heeft doorgebracht'. Deze wilde haren zullen wel de aanleiding zijn geweest tot zijn vertrek naar de Oost. Voor het eerst wordt hij daar vermeld in juli 1608 als hij aanwezig blijkt te zijn op de vloot van Paulus van Caerden, die op 20 april 1606 uit patria was vertrokken. Van Caerden was op 6 januari op de rede van Bantam gearriveerd en had kort daarna koers gezet naar de Molukken, waar hij het rijke kruidnageleiland Makian (west van Halmaheira) op de Spanjaarden had veroverd. Van Caerden benoemde Schotte toen tot Opperkoopman en bevelhebber over het eiland. Tot 1612 doet hij zich daar kennen als een kundig bestuurder, die zijn territoor rustig wist te houden, de belangen van de Compagnie voortreffelijk wist te behartigen, oog had voor de noden van de bevolking en zich een grondige kennis van de Molukken wist te verwerven. In 1609 hielp hij vice-admiraal Hoen het eiland Batjan te veroveren, later streed hij op Moti met succes tegen Spanjaarden, Portugezen en Tidorezen, zodat hij in rapporten van zijn superieuren wordt aangeduid als 'den bequaemsten persoon in crijchsaecken die de Heeren Bewinthebbers in Indiën hebben'. De vijand blijkt dan ook een prijs van 1500 realen op zijn hoofd te hebben gezet. Bij de onderhandelingen tussen Nederlanders en Spanjaarden over de uitvoering van de bepalingen van het Twaalfjarig Bestand toonde Schotte, die Spaans sprak en schreef, zich een karaktervast onderhandelaar. In 1612 kreeg hij opdracht van Gouverneur-Generaal Both naar Solor en Timor te gaan om 'op den profijtelijken handel van 't sandelhout order te stellen'. Dit betekende de eerste vestiging van de Compagnie op deze eilanden. Schotte volbracht zijn opdracht naar ieders tevredenheid. Zijn rapport over de Molukken werd door Spilbergen gepubliceerd als 'Discours vanden seer vermaerden Apolini Schot, gheboren tot Middelburch in Zeelant'. Het bevat een interessante, kritische analyse van de toestanden op Ternate en Tidore en de kansen van de Nederlanders aldaar. Schotte verdronk op 26 november 1613 'tot Jacatra de reviere opvaerende' bij het baden. 'Wij alle sijn hieromme uutdermaeten droevich geweest',noteerde J. P. Coen.