Almanak

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Titelblad van de Middelburgsche Almanak, uitgegeven door J.C. Altorffer. Bron: ZB/Beeldbank Zeeland, rec.nr. 146368

Boek of tabel met kalender, aangevuld met gegevens over zon- en maanstanden, feest- en marktdagen, weervoorspellingen (`almanak-leugen-zak) etc. Het woord almanak is van Arabisch-Griekse afkomst. In Zeeland beginnen de almanakken met kalender en historisch-letterkundige bijdragen met Zeelands Cronyk Almanach (1777-1792). Het kroniekgedeelte is bedoeld `om tot een Leerzaame Tydkorting te konnen dienen, of ten minste de Weetgierigen te leeren, de Opkomst en verderen Voortgang van een Land geschikt te maken voor de Zeeuwse jeugd'. Sierlijk van uitvoering gold het als een nieuwjaarsgeschenk. De komst van de Zeeuwsche Volks-Almanak is duidelijk een tijdverschijnsel. In 1835 verschijnen volksalmanakken in Gelderland en Overijssel, in 1836 in Utrecht, Zeeland en Friesland en in 1837 Drente en Groningen. In de Zeeuwse almanak neemt naast het kalenderdeel het 'Mengelwerk' een belangrijke plaats in met vooral historische en letterkundige bijdragen. Volgens de uitgever staat het als `een paal boven water, dat het denkbeeld van eenen Zeeuwschen Volks-Almanak aan allen Zeeuwen welkom zal zijn, en dat eene zekere fierheid daarop zich zeer wel laat vereenigen met die algemeene Vaderlandsliefde, welke ons als burgers van het oude vrije Nederland aan een verbindt'. De verspreiding zal zeker beperkt gebleven zijn tot die laag van de bevolking die èn de prijs kon betalen èn die de breedvoerige met Latijn en andere vreemde woorden doorspekte verhandelingen kon waarderen.

Tot de almanakken mag ook het Jaarboekje voor Zeeuwsche Geschiedenis en Letteren onder de hoofdtitel Nehalennia worden gerekend (1849-1850) al was de kalender los bijgevoegd. De twee jaargangen tonen aan dat het niveau van de bijdragen vooruit is gegaan en uitsluitend de geschiedenis en oudheid ‘van Zeeland betreffen. Na Nehalennia komen vijf jaargangen in almanakvorm van het jaarboek Zeeland (1852-1856). Het `Mengelwerk' bevat bijdragen in proza en poëzie aangevuld met steendrukjes. Ook hierin nemen historische bijdragen een belangrijke plaats in en de letterkundige bijdragen hebben bijna alle met Zeeland te maken. Een tegenhanger voor Zeeuws-Vlaanderen is Cadsandria een van1854-1859 verschijnende almanak. Van1858-1859 bestrijkt Cadsandria geheel Zeeland als Zeeuwsch Jaarboekje. Cadsandria verschilt niet met de andere almanakken: `De meeste bijdragen zijn gewijd aan dit gewest, vooral met betrekking tot de oudheidkunde en geschiedenis'. Tot deze serie almanakken behoren ook de Nieuwe Zeeuwsche Volks-Almanak van1875, Scaldis (1891-1892) en de Zeeuwsche Volksalmanak (1933-1934). Verder zijn er een aantal Zeeuwse almanakken verschenen waarin de letterkundige bijdragen niet overwegend Zeeuws van inhoud zijn zoals de Nuttige en Vermaaklijke Almanach (1805), de Almanach voor Zeeuwsche Blijgeestigen (1845), de almanakken van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (Departement Middelburg 1842, 1849, 1854) en Volks-almanak (1856-1857). Verder plaatselijke almanakken als de Middelburgsche (1817-1959), Goessche (1878), Walchersche (1934). Voor de landbouwbevolking waren er de Almanak voor den Zeeuwschen Landbouw en de Almanak uitgegeven door de maatschappij tot bevordering van landbouw- en veeteelt in Zeeland. In deze rij van almanakken, die niet volledig is, mag de Middelburgsche Naamwijzer van 1715-1900, die van 1853 tot 1900 onder de titel Zeeuwsch Jaarboekje en Middelburgsche Naamwijzer verschijnt, niet ontbreken. Onmisbaar voor de historicus door de talrijke gegevens over alle mogelijke instellingen. In zekere zin is de Provinciale Almanak voor Zeeland, die sinds 1920 verschijnt, de voortzetting van dit Zeeuws jaarboekje.

Auteur

M.P. de Bruin?

Literatuur

  • Launhardt, U.: Über die Almanache der niederlandischen Provinz Seeland seit 1777 (Scriptie van 1973, aanwezig in Documentatiecentrum Zeeuws Deltagebied, Middelburg). In deze scriptie is getracht alle almanakken die met Zeeland te maken hebben te achterhalen.