Abraham Jacob van der Aa/EvZ1982-1984
(Amsterdam 6 dec. 1792 - Gorinchem 21 mrt. 1857) Lexicograaf. Studeerde aanvankelijk medicijnen te Leiden, maar moest de studie opgeven omdat hij werd ingelijfd bij de Napoleontische legers. Nam deel aan de veldtocht van 1815, verliet de dienst in 1817 en vestigde zich als boekhandelaar in Leuven. Was na 1819 enige jaren werkzaam bij het onderwijs (Leuven, Brussel). Werd in 1825 particulier secretaris van de auditeur-militair te Antwerpen en trad in 1830 in dienst van de militaire gouverneur te Breda. Werd in 1839 ontslagen en vestigde zich kort daarna als ambteloos burger in Gorinchem. Van der Aa behoort tot de groep 19e-eeuwers, die niet altijd even kritisch, maar wel zeer ijverig en consciëntieus het ene werk na het andere produceerde. Tal van naslagwerken werden door Van der Aa geschreven of samengesteld. Nog steeds van belang, ook voor Zeeland, zijn een Aardrijkskundig Woordenboek en Biographisch Woordenboek. Naast veel overbodigs bevatten deze boeken toch nog altijd talloze historische- en topografische bijzonderheden die men moeilijk elders aantreft. Voor de Zeeuwse paragrafen in deze werken wist Van der Aa zich, naar verluidt, te verzekeren van de medewerking van o.m. Ds. Joh. Ab *Utrecht Dresselhuis.