Aardbevingen

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Een historische Chinese seismograaf. Bron: Wikimedia Commons

Trillingen veroorzaakt door verschuiving in de aardkorst of de daaronder gelegen aardmantel. Bij een aardbeving onderscheidt men het epicentrum, dat is de plaats aan de aardoppervlakte waar de beweging het sterkst wordt gevoeld en het daaronder gelegen hypocentrum, beneden het oppervlak gelegen (soms enkele km diep), waar de aardbeving ontstaat. De centra van de in Nederland geregistreerde, naar verhouding vrij lichte aardbevingen lagen vrijwel alle in het Z.-O. van ons land of dicht daarbij in het buitenland. Voor het aanduiden van de sterkte worden twee schalen gebruikt: De schaal van Mercalli drukt de intensiteit van de verschijnselen aan het aardoppervlak ten gevolge van de beving uit in cijfers van I(slechts door instrumenten waar te nemen) t/m XII (algemene verwoesting, aardverschuivingen).

In Zeeland werden bevingen gevoeld met intensiteit 111, IV en VI (zie tabel 1), als volgt gedefiniëerd: III licht, door enkele personen gevoeld; trilling als van voorbijgaand verkeer. IV matig, door velen gevoeld; trilling als van zwaar verkeer; rammelen van deuren en vensters. VI sterk, schrikreactie's; voorwerpen in huis vallen om; bomen bewegen; weinig solide huizen worden beschadigd. De magnitude-schaal van Richter deelt de bevingen in naar de energie, die in het hypocentrum vrij komt. Deze energie wordt berekend aan de hand van de uitslagen, die door de seismograaf het toestel, dat de bewegingen van het aardoppervlak registreert worden opgetekend. Tabel 1 geeft intensiteit en magnitude van de seismografisch geregistreerde aardbevingen vanaf 1800, die in Zeeland werden gevoeld. Tabel 2 toont deze gegevens voor bevingen, die wegens de intensiteit in het epicentrum, in Zeeland gevoeld moeten zijn, doch die niet als zodanig werden vermeld. Zeer sterke bevingen in Europa (Middellandse-Zeegebied) worden in ons land vaak waargenomen door het bewegen van opgehangen voorwerpen of van water in aquaria. Dit was het geval bij de volgende recente bevingen: 26. 5.1975 Azoren/Gibraltarlijn (magnitude 7,9), 4. 3.1977 Roemenië (magn. 7,2) en 6. 5.1978 Italië (magn. 6,5).

De gegevens werden verstrekt door de afdeling Geofysisch onderzoek, sectie Seismologie van het K.N.M.I. te De Bilt. Een heel andere bron van gegevens betreffende aardbevingen is het `Vaderlandsch Woordenboek' van Jacobus Kok (1785). De definitie voor aardbevingen in dit werk luidt:

`Aardbeving, hier door verstaat men eene beweging in den grond die natuurlijk, of bovennatuurlijk, door de onmiddellijke werking der Goddelijke kracht, geschiedt'. De tekst van de voor Zeeland van belangzijnde gegevens luidt: `In 't Jaar 1580, op den 6 April, gevoelde men dezelve tot twee reizen, door alle de Nederlanden; zo dat eenige steenen, uit de schuddende Kerken en Torens, wierden losgerukt'. `Ao 1693 gevoelde men, op den 18 September, eene diergelijke schudding door gantsch Nederland, die echter, weinig of geene schade verwekte'. `Zekerder en van meerder belang was de buitengewone Waterberoering, op den 1 November van 1755, welke op menigvuldige plaatzen bespeurd is, als in 's Gravenhage, te Haarlem, Delft, Leiden, Amsteldam, Gouda, Rotterdam, en ook in Noordholland, Zeeland, Gelderland, Friesland, Overijssel, Groningen, Braband, enz. ja, zelfs in andere gewesten'.`Op den 20 van Januarij 1760, des ’s avonds om tien uuren, werd men, in de meeste oorden van ons Gemeenebest, weder eene merkelijke beweging van 't Aardrijk ontwaar, welke, op de eene plaats in ééne, op andere in twee of drie schuddingen, bestaan heeft'.

Auteur

J.P. Vaane

Literatuur

  • Kok, Vaderlandsch Woordenboek.
  • Pannekoek e.a., Algemene geologie.
  • Verkeer en Waterstaat, Aardbevingen.