't Vliegent Hart/EvZ1982-1984

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Oostindiëvaarder van de Kamer Zeeland, gebouwd te Middelburg in 1730 en op zijn tweede reis o.l.v. kapitein Cornelis van den Horst kort na het uitvaren van de rede van Rammekens voor de kust van Walcheren met man en muis (256 opvarenden, waaronder de Middelburger Mr. Don. raad van justitie te Batavia) vergaan, samen met een kleiner volgschip, de Anna Catherina (175 opvarenden). De ramp voltrok zich op 3 febr. 1735. Het schip kwam in 1982 in het nieuws, toen de Utrechtse hoogleraar, dr. G.G. Schilder, die in 1975 op de Leidse Universiteitsbibliotheek een kaart had ontdekt, waarop de wrakken stonden aangegeven, na ijverig speurwerk in de VOC archie en en de onwaerdeerlijcke hulp van de Vlissingse loods Veldkamp, het gezonken schip bleek te hebben gelokaliseerd. Een Engelse bergingsgroep heeft daarop met medewerking o.a. van het Rijksmuseum te Amsterdam en het gemeentelijk museum van Vlissingen een aantal verkenningen uitgevoerd en in 1983 voldoende materiaal boven water gebracht (een bronzen kanon, een flink aantal deels nog gevulde wijnflessen, tinnen borden, munten enz.) om het Vlissingse museum staat te stellen in de zomer van 1983 een kleine expositie te organiseren. Het bergingswerk ging intussen voort. Er werden nieuwe interessante vondsten gedaan: musketten en zwaarden uit de konstabelskamer, gewichten met Hollandse en Chinese merktekens, luxueus geborduurde weefsels, maar net op het einde van het bergingsseizoen, in de eerste week van aug. 1983, werd een redelijk gave grenenhouten kist naar boven gehaald, inhoudende een schat aan gouden Hollandse dukaten en zilveren Mexicaanse realen. De waarde van deze schat zal eerst blijken, wanneer de munten zijn schoongemaakt, geconserveerd en geveild. Zeker is dat de Staat der Nederlanden als rechtsopvolger van de VOC 10% van de opbrengst zal toucheren. In de zomer van 1984 zal het onderzoek van het wrak worden voortgezet.