Vlaamse Keet

Uit Wiki ZB
Versie door Maintenance script (overleg) op 20 mrt 2014 om 15:57 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken
Vlaamse Keet

Onderkomen voor tijdelijke arbeidskrachten in de Zeeuwse landbouw. De Vlaamse keet kwam met name in Zeeuws-Vlaanderen voor en was een losstaand gebouwtje op het boerenerf.


Bouw

In de Vlaamse keet verbleven enkele maanden lang de Vlaamse arbeiders die van de dichtbevolkte zandgronden aan de andere kant van de landsgrens in de wiedtijd en de oogst in Zeeland kwamen werken. De Vlaamse keten waren kleine bakstenen gebouwtjes met een door pannen gedekt zadeldak. Ze bestonden uit één ruimte met een zoldertje erboven. Er was een deur en een klein raampje, soms zonder ruiten erin maar alleen voorzien van een luik dat opengezet kon worden om licht en lucht toe te laten. Een stookplaats was er niet en de gebouwtjes hadden een aarden vloer. Een ladder leidde naar de zolder. Soms sliepen er zestien arbeiders in. De Vlaamse keten waren minder goed afgewerkt dan de varkenshokken op de Zeeuwse boerderijen.


Verspreiding

Vlaamse keten kwamen voornamelijk voor in de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw in westelijk Zeeuws-Vlaanderen. Daarvan was rond 2000 nog een enkel exemplaar overgebleven, te Cadzand, dat in gebruik was als geitenhok. Ook in het Land van Axel en op Walcheren zijn er met zekerheid Vlaamse keten geweest. Het voorkomen van het begrip Vlaamse keet in het spraakgebruik in Westdorpe, Hulst en Sint-Annaland duidt op een nog wijdere verbreiding. Een Vlaamse keet in de Oranjepolder bij Arnemuiden, gebouwd in 1791, had drie ramen, een schoorsteen met fornuis en een vloer van plavuizen.

Vlaamse seizoenarbeiders waren minder nodig sinds in de loop van de achttiende- en negentiende eeuw de plattelandsbevolking in Zeeland toenam, zodat er vanaf een zeker tijdstip geen Vlaamse keten meer werden gebouwd.

In het Zeeuws wordt een keet ‘keête’ genoemd, waarbij de eerste klinker overeenkomt met die in woorden eindigend op –eer in het Nederlands.


AUTEUR

Jan Zwemer, 2013


LITERATUUR

-P. van Cruyningen, Van aardappelkelder tot zaadzolder. Zeeuwse boerderijen sinds de Middeleeuwen (Middelburg, 2003) 49-50.

http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1490364

-H.C.M. Ghijsen (red.), Woordenboek der Zeeuwse dialecten (Den Haag, 1974) 417.

http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1040182

-G. Smallegange, Op’t Hof. Boerderijen en boerenerven in Zeeland (Goes, 2001) 43.

http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1432469


AFBEELDINGEN:

-De laatste Vlaamse keet, die van de Vijverhof aan de Provinciale weg 1 te Cadzand, vanaf twee zijden gezien, in: P. van Cruyningen, Van aardappelkelder tot zaadzolder. Zeeuwse boerderijen sinds de Middeleeuwen (Middelburg, 2003) 49 en G. Smallegange, Op’t Hof. Boerderijen en boerenerven in Zeeland (Goes, 2001) 42.


Landbouw & visserij; Bouwkunde (landbouw) (bouwkunst)