Veldkers: verschil tussen versies

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
(Importing text file)
 
k
Regel 6: Regel 6:
  
  
In Zeeland komen drie soorten van dit plantengeslacht voor. De kleine veldkers (C. hirsúta) komt vrij algemeen voor op open zandige grond langs wegen, in graslanden, in de duinen en vooral ook als onkruid in tuinen en op akkers. De bosveldkers (C. flexuósa) is veel minder algemeen dan de kleine veldkers en groeit hoofd zakelijk in oude vochtige loofbossen. In Zeeland vindt men haar vrijwel uitsluitend in de binnenduinrandbossen van Walcheren en Schouwen en op een aantal buitenplaatsen in het polderland. De pinksterbloem (C. praténsis; W., Z.B., N.B., Th., Sch D., Z. Vl.: koekoeksblomme, zie ook [[koekoeksbloem]]; W., N.B.: kievitsblomme; Z.B.: duveblomme; Sch.: reigerblomme; Z.Vl.: 'aozeblomme; N.B.: stieselblomme; Sch.D.: schaepeblomme; Z.Vl.: waoterblomme) is een plant van vochtige bodems zoals graslanden, slootkanten en lichte bossen. Zij komt in het Zeeuwse polderland veel minder voor dan elders in Nederland. In grote delen van de laaggelegen poelgebieden ontbreekt zij geheel. Het meest vindt men haar langs sloten en zoete kreekresten in de nieuwlandpolders (m.n. in Zeeuws-Vlaanderen), in oude loofbossen en op buitenplaatsen (m.n. in de binnenduinrand).
+
In Zeeland komen drie soorten van dit plantengeslacht voor. De kleine veldkers (C. hirsúta) komt vrij algemeen voor op open zandige grond langs wegen, in graslanden, in de duinen en vooral ook als onkruid in tuinen en op akkers. De bosveldkers (C. flexuósa) is veel minder algemeen dan de kleine veldkers en groeit hoofd zakelijk in oude vochtige loofbossen. In Zeeland vindt men haar vrijwel uitsluitend in de binnenduinrandbossen van Walcheren en Schouwen en op een aantal buitenplaatsen in het polderland. De [[pinksterbloem]] (C. praténsis; W., Z.B., N.B., Th., Sch D., Z. Vl.: koekoeksblomme, zie ook [[koekoeksbloem]]; W., N.B.: kievitsblomme; Z.B.: duveblomme; Sch.: reigerblomme; Z.Vl.: 'aozeblomme; N.B.: stieselblomme; Sch.D.: schaepeblomme; Z.Vl.: waoterblomme) is een plant van vochtige bodems zoals graslanden, slootkanten en lichte bossen. Zij komt in het Zeeuwse polderland veel minder voor dan elders in Nederland. In grote delen van de laaggelegen poelgebieden ontbreekt zij geheel. Het meest vindt men haar langs sloten en zoete kreekresten in de nieuwlandpolders (m.n. in Zeeuws-Vlaanderen), in oude loofbossen en op buitenplaatsen (m.n. in de binnenduinrand).
  
  
 
= AUTEUR =
 
= AUTEUR =
 
= A.M.M. van Haperen =
 
= A.M.M. van Haperen =

Versie van 11 jan 2024 om 10:45

Veldkers (cardámine)

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


In Zeeland komen drie soorten van dit plantengeslacht voor. De kleine veldkers (C. hirsúta) komt vrij algemeen voor op open zandige grond langs wegen, in graslanden, in de duinen en vooral ook als onkruid in tuinen en op akkers. De bosveldkers (C. flexuósa) is veel minder algemeen dan de kleine veldkers en groeit hoofd zakelijk in oude vochtige loofbossen. In Zeeland vindt men haar vrijwel uitsluitend in de binnenduinrandbossen van Walcheren en Schouwen en op een aantal buitenplaatsen in het polderland. De pinksterbloem (C. praténsis; W., Z.B., N.B., Th., Sch D., Z. Vl.: koekoeksblomme, zie ook koekoeksbloem; W., N.B.: kievitsblomme; Z.B.: duveblomme; Sch.: reigerblomme; Z.Vl.: 'aozeblomme; N.B.: stieselblomme; Sch.D.: schaepeblomme; Z.Vl.: waoterblomme) is een plant van vochtige bodems zoals graslanden, slootkanten en lichte bossen. Zij komt in het Zeeuwse polderland veel minder voor dan elders in Nederland. In grote delen van de laaggelegen poelgebieden ontbreekt zij geheel. Het meest vindt men haar langs sloten en zoete kreekresten in de nieuwlandpolders (m.n. in Zeeuws-Vlaanderen), in oude loofbossen en op buitenplaatsen (m.n. in de binnenduinrand).


AUTEUR

A.M.M. van Haperen