Van de Watering, Familie

Uit Wiki ZB
Versie door Marja (overleg | bijdragen) op 5 jun 2014 om 15:13 (Marja heeft pagina Watering, Familie Van de hernoemd naar Van de Watering, Familie: hernoemd)
Ga naar: navigatie, zoeken
Watering, Familie Van De

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

familie van medici w.o.; Cornelis (ged. Rotterdam 24 dec. 1792 - Brouwershaven 30 aug. 1866). Officier van gezondheid te Vlissingen, waar hij belast was met de quarantainedienst. In 1821 werd hij geneesheer te Brouwershaven. Publiceerde een verhandeling over breukbeklemming (1844). Meestal waren zijn geneeswijzen als aderlaten, bloedzuigers, warme pappen, koude omslagen, clysma's en het terugduwen van de darmen tevergeefs. In 1843 richtte hij een adres aan de minister van Binnenlandse Zaken. Hierin pleitte hij voor de handhaving van de klinische scholen, vóór het uitoefenen der geneeskunde door opgeleiden aan het Rijkshospitaal te Utrecht, vóór het verstrekken van medicijnen door medici op het platteland en vóór het verminderen van het vroedvrouwenbestand (dit alles niet ten eigen bate, maar voor de geneeskundige zorg onder de schamelen der maatschappij). Hij ging met deze publicatie in tegen een 'Adres betrekkelijk de uitoefening der geneeskunde ten plattelande, door vijf medicinae doctores en een plattelandsheelmeester, allen werkzaam in de buurt van Den Haag, opgesteld'. Kornelis Ary (Brouwershaven 25 okt. 1833-Haamstede 18 nov. 1898), zoon van Cornelis. In 1856 slaagde hij met certificaat nr. I te Middelburg als plattelands-, heel- en vroedmeester; praktizeerde eerst in Burgh, later in Haamstede. Jan Tennis Doeland (Brouwershaven 7 jan. 1829-Graauw en Langendam 27 nov. 1867), zoon van Cornelis. Studeerde 4½ jaar aan de Geneeskundige School, verliet haar zonder diploma en ging als officier van gezondheid hij de marine; vestigde zich vervolgens te Graauw en Langendam. Dit was geen geliefde standplaats, zeker niet voor een protestant. Bovendien lag de plaats dicht bij Hulst, waar al goede geneesheren waren. De bevolking bestond aan de zeekant uit mosselvissers en derriedelvers. In dronken toestand gaf hij aan een "door koliek aangetaste' vrouw een morfinepoeder, zonder dat hij haar had gezien. Zij overleed kort na het innemen ervan; de justitie stelde een onderzoek in; een paar dagen later stierf ook hij.


AUTEUR

A.M. Lauret

LITERATUUR

J.C. de Man, Geneeskundige School I.