Van de Watering, Familie

Uit Wiki ZB
(Doorverwezen vanaf Watering, Familie Van de)
Ga naar: navigatie, zoeken
Familie Van de Watering
De geschiedenis van de familie Van de Wetering was nauw verbonden met het stadje Brouwershaven. Foto: Brouwershaven, ca. 1902, fotograaf: S. Ochtman. , Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, rec.nr. 1833

Familie van medici.

Belangrijkste personen

Cornelis (ged. Rotterdam 24 december 1792 - Brouwershaven 30 augustus 1866). Officier van gezondheid te Vlissingen, waar hij belast was met de quarantainedienst. In 1821 werd hij geneesheer te Brouwershaven. Publiceerde een verhandeling over breukbeklemming (1844).

Meestal waren zijn geneeswijzen als aderlaten, bloedzuigers, warme pappen, koude omslagen, clysma's en het terugduwen van de darmen tevergeefs. In 1843 richtte hij een adres aan de minister van Binnenlandse Zaken. Hierin pleitte hij voor de handhaving van de klinische scholen, vóór het uitoefenen der geneeskunde door opgeleiden aan het Rijkshospitaal te Utrecht, vóór het verstrekken van medicijnen door medici op het platteland en vóór het verminderen van het vroedvrouwenbestand (dit alles niet ten eigen bate, maar voor de geneeskundige zorg onder de schamelen der maatschappij). Hij ging met deze publicatie in tegen een 'Adres betrekkelijk de uitoefening der geneeskunde ten plattelande, door vijf medicinae doctores en een plattelandsheelmeester, allen werkzaam in de buurt van Den Haag, opgesteld'.

Kornelis Ary (Brouwershaven 25 oktober 1833-Haamstede 18 november 1898), zoon van Cornelis. In 1856 slaagde hij met certificaat nr. I te Middelburg als plattelands-, heel- en vroedmeester; praktizeerde eerst in Burgh, later in Haamstede.

Jan Tennis Doeland (Brouwershaven 7 januari 1829-Graauw en Langendam 27 november 1867), zoon van Cornelis. Studeerde 4½ jaar aan de Geneeskundige School, verliet haar zonder diploma en ging als officier van gezondheid hij de marine; vestigde zich vervolgens te Graauw en Langendam. Dit was geen geliefde standplaats, zeker niet voor een protestant. Bovendien lag de plaats dicht bij Hulst, waar al goede geneesheren waren. De bevolking bestond aan de zeekant uit mosselvissers en derriedelvers. In dronken toestand gaf hij aan een "door koliek aangetaste' vrouw een morfinepoeder, zonder dat hij haar had gezien. Zij overleed kort na het innemen ervan; de justitie stelde een onderzoek in; een paar dagen later stierf ook hij.

Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Auteur

A.M. Lauret

Literatuur

  • J.C. de Man, Geneeskundige School I.