Steengracht

Uit Wiki ZB
Versie door Johan Francke (overleg | bijdragen) op 27 feb 2017 om 15:03 (Johan Steengracht II)
Ga naar: navigatie, zoeken
Steengracht

Familie Steengracht

Geslacht dat een belangrijke rol speelde in de Zeeuwse magistratuur. Het geslacht stamt af van Huybrecht de Jonge (jongste zoon van Jan Anthonisse de Jonge) die de naam Steengracht droeg, afgeleid van de stenen gracht waaraan zijn brouwerij lag (circa 1600). Van de vele leden van dit geslacht worden hier genoemd:

Huybrecht Jan Anthonisse

Steengracht
200px
'
Geboren [[]][[]]
Overleden [[]] [[]]
VIAF [http://viaf.org/viaf/

Huybrecht Jan Anthonisse (de Jonge gezegd Steengracht) (Zierikzee 1555 - Middelburg 11 augustus 1618). Studeerde rechten te Leiden en werd in 1598 tot burgemeester van Zierikzee benoemd: thesaurier in 1599 en pensionaris van 1599-1606. Van 1613-1618 raad hij het Hof van Vlaanderen te Middelburg: in 1618 benoemd tot advocaat-fiscaal van de Hove van Vlaanderen; tevens was hij gecommitteerde raad en raad ter Admiraliteit van Zeeland.

Johan Steengracht I

Steengracht
200px
'
Geboren [[]][[]]
Overleden [[]] [[]]
VIAF [http://viaf.org/viaf/

Johan (Middelburg 6 april 1633-Middelburg 30 jan. 1705). Rechtenstudie te Utrecht: na zijn promotie secretaris ter Admiraliteit van Zeeland. Door zijn politieke opponenten 'de oude slang. die door valsche geschriften het volk verleidt tot slechte driften' genoemd. Verkreeg niettemin als godgeleerde grote bekendheid.

Adriaan Steengracht

Steengracht
200px
'
Geboren [[]][[]]
Overleden [[]] [[]]
VIAF [http://viaf.org/viaf/

Adriaan Middelburg 15 juli 1664-'s-Gravenhage 19 sept. 1716).). Studeerde rechten te Franeker en promoveerde in 1685 te Leiden op Disputatio Juridica inauguralis de pactis. Hij genoot een zekere vermaardheid door zijn kennis van het Grieks en Hebreeuws. In 1705 werd hij benoemd tot secretaris van de raad ter Admiraliteit van Zeeland. In ’s-Gravenhage nam hij een staatscommissie waar.

Johan Steengracht II

Steengracht
200px
De grafzerk van François Adriaen Steengracht, raadsman, hoofdparticipant, oud 34 jaar, overleden 16 maart 1728 en Johan Steengracht, pensionaris van Middelburg, bewindhebber VOC kamer Zeeland, oud 51 jaar, overleden 14 mei 1743, voorheen in de Oude of Sint Pieterskerk te Middelburg, met hun wapens, Collectie: KZGW, ZI II, nr. 610
Geboren 27 september1692 Middelburg
Overleden 14 mei 1743 Middelburg
Beroep pensionaris VOC
VIAF J. Steengracht II

Johan Steengracht (1692-1743) deed een rechtenstudie te Leiden. Hij promoveerde in 1713 op De advocatis en vestigde zich te Middelburg waar hij tot pensionaris en bewindhebber der Oostindische Compagnie werd benoemd. Hij beschikte over een enorm vermogen en verkreeg door leningen aan Pruisen verscheidene goederen in het Land van Cleef, zoals de heerlijkheid Movland. Proeve van zijn weinig indrukwekkende dichtkunst vindt men in zijn met P. Boddaert en P. de la Rue uitgegeven 'Dichtlievende Tijdkortingen, bestaande in gedichten van verscheidene stoffen' (Leiden, 1717, 1718, 1728).

Bibliografie

Literatuur

Nicolaas Steengracht I

Steengracht
200px
'
Geboren [[]][[]]
Overleden [[]] [[]]
VIAF [http://viaf.org/viaf/

Nicolaas (Middelburg 20 mei 1699-Middelburg 28 febr. 1756). Na rechtenstudie en promotie te Leiden bekleedde hij ambtelijke functies te Veere ter rekenkamer van Zeeland en ter Admiraliteit van Zeeland. Later gedeputeerde ter Staten van Zeeland en extra-ordinaris gedeputeerde ter Staten-Generaal.

Adriaan Steengracht II

Steengracht
200px
'
Geboren [[]][[]]
Overleden [[]] [[]]
VIAF [http://viaf.org/viaf/

Adriaan (Steengracht van Moyland en de beide Souburgen (Middelburg 3 febr. 1720-Middelburg 3 dec. 1773). Vrijheer van de heerlijkheid Wisch en heer van Moyland.Till, Ossenbruck, Huet, Wehl. Slangenburg, Ter Borgh, Oost- en West-Souburg en St. Aldegonde. Bij kabinetsorder van Frederik de Grote van Pruisen d.d. 2 nov. 1751 werd hij onder de naam Steengracht de Souhurg in de gravenstand verheven: een diploma werd niet uitgevaardigd daar hij als Nederlander niet gerechtigd was de titel te voeren. Rechtenstudie te Leiden: promoveerde in 1739 op De officio praefecti urbi. Vestigde zich te Middelburg. werd er schepen en raad: in 1753 hoogbaljuw en rentmeester-generaal der domeinen in Zeeland Bewesterschelde.

Cornelis Steengracht

Steengracht
200px
'
Geboren [[]][[]]
Overleden [[]] [[]]
VIAF [http://viaf.org/viaf/

Cornelis (Middelburg 16 aug. 1723-Gelderland, huize Slangenhurg 12 okt. 1781). Heer van Wehl. Slangenburg en Oost- en West-Souburg. Rechtenstudie te Leiden. Schepen en raad te Vlissingen: bewindhebber der Oostindische Compagnie: gecommitteerde wegens Zeeland ter generaliteitsrekenkamer.

Johan Steengracht III

Steengracht
200px
'
Geboren [[]][[]]
Overleden [[]] [[]]
VIAF [http://viaf.org/viaf/

Johan (Jan) (Veere 30 april 1727-Middelburg26 okt. 1785). Werd door zijn huwelijk met Jacoba Magdalena Ockerse op 18 febr. 1754 heer van Oosterland. 's-Heer Jansland en Oosterstein. Na zijn rechtenstudie te Leiden raad te Veere; vervolgens advocaat-fiscaal terAdmiraliteit van Zeeland en kiesheer te Middelburg. In 1782 werd hij ervan verdacht in het geheim met Engeland te corresponderen (vgl. Van Hardenbroek)

Adriaan Steengracht III

Steengracht
200px
Adriaan Steengracht (1731-1770), kopergravure met bijgevoegd zijn handtekening en 4 kwartierwapens in kleur, Jacob Houbraken, ca. 1760, Collectie KZGW, ZI IV, nr. 847.
Geboren 16 februari1731 Middelburg
Overleden 6 mei 1770 Middelburg
Beroep pensionaris, raadpensionaris
VIAF A. Steengracht

Adriaan Steengracht werd in 1768 door koop heer van Grijpskerke en Poppendamme. Rechtenstudie te Leiden: promoveerde in 1751 op De potestate vitae et necis in liberos. Werd achtereenvolgens benoemd tot pensionaris en schepen te Tholen (1753-1756), pensionaris te Middelburg (1756-1761) en secretaris van de Staten van Zeeland (1761-1766). In 1766 werd hij raadpensionaris van Zeeland (1766-1770). Het jaar daarop volgde hij de aftredende vertegenwoordiger van de Eerste Edele. Willem van Citters, op in het admiraliteitscollege, tegen welke benoeming door Middelburg en Tholen, verontrust over deze verbinding van bevoegdheden, dusdanig geprotesteerd werd dat J.A. van de Perre benoemd werd: wellicht zal ook van invloed zijn geweest dat Steengracht 'van caracter een van de slegste menschen in zijn leven' was (volgens Van Hardenbroek, IV, pag 24).

Johan Steengracht IV

Steengracht
200px
'
Geboren [[]][[]]
Overleden [[]] [[]]
VIAF [http://viaf.org/viaf/

Johan (Steengracht van Oostkapelle) (Middelburg 11 juli 1782-Parijs 17 dec. 1846). Was heer van Oosterland. Sirjansland. Oosterstem, Moyland. Till, Ossenbruck en Oostkapelle. Na rechtenstudie te Utrecht vestigde hij zich te 's-Gravenhage en bekleedde daar raadsfuncties in de gemeente. Hij was een notoir kunstkenner en -verzamelaar: werd in 1816 benoemd tot directeur van het Koninklijk Kabinet van schilderijen te ’s-Gravenhage (het Mauritshuis) en publiceerde als zodanig`De voornaamste schilderien van het Koninklijk Kabinet te 's-Gravenhage. in omtrek gegraveerd, niet derzelver bescrhijving' ('s Gravenhage 1826-1830. 4 dln.

Nicolaas Steengracht II

Steengracht
200px
'
Geboren [[]][[]]
Overleden [[]] [[]]
VIAF [http://viaf.org/viaf/

Nicolaas (Steengracht van Oosterland) (Middelburg 27 nov. 1754-'s-Gravenhage 13 dec. 1840). Was heer van Oosterland. Sirjansland en Oosterstein: verder bezat hij o.a.. Lammerenburg bij Vlissingen. De heerlijkheid Oostkapelle kwam doorzijn h uwelij k niet Johanna van der Poort in zijn bezit. Na rechtenstudie en promotie te Utrecht benoemd tot advocaat-fiscaal ter Admiraliteit van Zeeland. Uit welke betrekking hij in 1795 werd verwijderd, waarna hij zich te 's-Gravenhage vestigde. Na1814 werd hij lid van de Eerste Kamer en staatsraad in bijzondere dienst. Bij K.B. van 28 aug. 1814 no. 14 werd hij in de ridderschap van Zeeland benoemd.

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Auteur

-L. Hageman

Literatuur

  • Wynaendts van Resandt, Geslacht De Jonge, in: Jaarboek Nederlandse Adel III (1890)
  • Nederlandsch Adelsboek (1917).
  • N.N.B.W., VII.
  • Nagtglas, Levensberichten.
  • Van Hardenbroek, Gedenkschriften I, III, IV en V
  • Die Haghe 1893, 78: 1908, 246, 248, 252.
  • Bredius en Hofstede de Groot, Catalogue, 15, 17, 21.