Scoop: verschil tussen versies

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
(Importing text file)
 
k (Hans Clement heeft pagina Sociale Staat Van Zeeland hernoemd naar SCOOP: Sociale Staat van Zeeland is enkel maar een project binnen SCOOP.)
(geen verschil)

Versie van 20 mei 2015 om 09:36

Sociale Staat Van Zeeland

Algemeen

Deel 1. Hoofdlijnen

[AFBEELDING 1]

Deel 2. Beleidsthema’s

Deel 3. Beleidssignalering


Algemeen

In opdracht van de Provincie Zeeland heeft SCOOP – het Zeeuws instituut voor sociale en culturele ontwikkeling – in 2009 een rapport samengesteld over de staat van Zeeland op sociaal gebied, de zogeheten Sociale Staat van Zeeland (SSVZ). De kernvraag in dat rapport luidt: hoe staat Zeeland er op sociaal gebied voor? Die vraag kan in diverse aandachtsvelden worden opgesplitst. Zo kan men nagaan in hoeverre het kwaliteitsniveau van aspecten als gezondheid, leefbaarheid, mobiliteit, onderwijs, veiligheid, vrije tijd, werken, wonen en zorg bijdraagt aan de sociale sfeer binnen een bepaald gebied. Dergelijke gegevens zijn met name voor de Provincie Zeeland en de Zeeuwse gemeenten van groot belang om hun sociale beleid op een inhoudelijk verantwoorde wijze gestalte te geven.

Het onderzoek van de Sociale Staat van Zeeland werd gehouden onder zo’n 13.000 mensen, een representatieve afspiegeling van de Zeeuwse bevolking. Zij hebben een lijst met vragen ingevuld over de leefbaarheid binnen hun provincie. Onder ‘leefbaarheid’ werd verstaan: de mate van geschikt- en/of aantrekkelijkheid in een gebied of gemeenschap om er te wonen of te werken. Vervolgens werden de antwoorden door SCOOP geanalyseerd en, samen met andere gegevens tot een 143 pagina’s tellend rapport uitgewerkt.

De samenstelling hiervan is onderverdeeld in 3 delen: hoofdlijnen, beleidsthema’s en beleidssignalen. In het eerste deel (hoofdlijnen) werd het perspectief en het theoretisch kader geschetst. Het tweede deel (beleidsthema’s) bevat cijfermateriaal dat uit het onderzoek naar voren kwam, gerangschikt volgens de negen beleidsthema’s gezondheid, leefbaarheid, mobiliteit, onderwijs, veiligheid, vrije tijd, werken, wonen en zorgen. In deel drie (beleidssignalen) werden de meer specifieke opgaven waarvoor de beleidsmakers stonden, geformuleerd als resultaat van onderzoeksuitkomsten en een voor dit onderdeel opgezette discussie onder experts over de verschillende aspecten.

Daarnaast heeft SCOOP, binnen het kader van dit meer globale onderzoek, per gemeente nog afzonderlijke rapporten gemaakt met gegevens over alle kernen en wijken. De volgende dertien gemeenten werden onderzocht:


Deel 1. Hoofdlijnen

In de eerste hoofdstukken van deel 1 werd door de schrijvers een beeld geschetst van Zeeland vanuit sociaal-ruimtelijk, sociaaleconomisch en sociaal-cultureel perspectief. De versterking van het sociaal kapitaal was de focus. Vanuit de sociaal-culturele invalshoek werd gekeken naar de andere twee velden binnen de driehoek: het fysiek-ruimtelijke en het economische veld. In het laatste hoofdstuk van dit deel kwamen de gehanteerde theoretische begrippen aan de orde. Het begrippenkader en de gehanteerde typologieën waren zodanig gekozen dat ze in samenhang iets zegden over leefbaarheid en duurzaamheid. Ook kwamen de begrippen en indelingen terug bij de presentatie van de onderzoeksgegevens in deel 2.


[AFBEELDING 2]


Lees hier vanaf p. 15 het complete eerste deel


Deel 2. Beleidsthema’s

In dit tweede deel werden de beleidsthema’s uitgewerkt aan de hand van cijfers en feiten. Er werd gebruik gemaakt van verschillende bronnen die in het kader van dit project werden aangeboord:


- Bestaande data uit diverse bronnen

- Bevolkingsenquête Sociale Staat van Zeeland

- Inventarisatie van de sociale infrastructuur


De beleidsthema’s kwamen tot stand door het uitsplitsen en verbinden van eerder gebruikte indelingen. Belangrijk was het dubbele uitgangspunt: de indeling moest aansluiten bij de beleving en ervaring van Zeeuwen, maar tevens handvatten bieden voor de beleidspraktijk. Uiteindelijk resulteerde deze exercitie in een reeks van negen thema’s. Deze thema’s waren kwalitatief niet gelijksoortig. Drie fungeerden als randvoorwaarden, vijf als levensdomeinen, en één als een resultante van het geheel:

Randvoorwaarden: veiligheid, gezondheid en mobiliteit

Levensdomeinen: wonen, leren, werken, zorgen, vrije tijd

Resultante: leefbaarheid

Los van de dagindeling (door te wonen, leren, werken, zorgen, recreëren) bleken, aspecten als veiligheid, gezondheid en mobiliteit op al deze domeinen door te werken. In hun verwevenheid maakten deze randvoorwaarden de leefbaarheid uit, die deels objectief kon worden afgemeten aan de aanwezige voorzieningen, maar deels ook afhankelijk was van de manier waarop mensen deze ervaarden. Leefbaarheid vormde een integrale ervaring waarin veiligheid, gezondheid en mobiliteit werden afgemeten aan wat er in de verschillende levensdomeinen aan fysieke, economische en sociaal-culturele voorzieningen voorhanden was en hoe deze infrastructuur werd gebruikt en ervaren.


Per thema werden feiten en cijfers gepresenteerd afkomstig uit onderzoek, bestaand onderzoek en uit het in dit kader uitgevoerde bevolkingsonderzoek van de Sociale Staat. De vragenlijst voor dit laatste bevolkingsonderzoek was mede ontwikkeld op basis van inzichten uit onderzoek eind jaren ‘nul van de 21ste eeuw, in de gemeente Borsele en de gemeente Sluis. Zoveel mogelijk werd geprobeerd de uitkomsten van het bevolkingsonderzoek te vergelijken met eerder uitgevoerd Zeeuws onderzoek, zoals de enquête Sociaal Rapport Zeeland 2004 of landelijk onderzoek.


De uitkomsten uit de SSVZ werden per thema geanalyseerd naar gemeente en naar levensfase (16-29 jaar, 30-59 jaar, 60-79 jaar, 80 jaar of ouder). Op onderdelen werd verder een uitsplitsing gemaakt naar geslacht en typologie van woongebieden.


Lees hier vanaf p. 39 het complete tweede deel


Deel 3. Beleidssignalering

Leefbaarheid vormde het centrale begrip in de Sociale Staat van Zeeland. Het kan worden gezien als de resultante van wat Zeeuwen gezamenlijk met hun gedragingen en instituties bereiken. Leefbaarheid ontstaat door de activiteiten in de verschillende sociale netwerken die we met elkaar hebben. Overheden kunnen een rol spelen in de manieren waarop die verschillende sociale netwerken met elkaar werden verbonden om het verspreide sociale kapitaal in de samenleving te benutten. In de SSVZ werden zes typen sociale netwerken onderscheiden: familiegericht netwerk, privacy gericht netwerk, geïsoleerd netwerk, lokaal geïntegreerd passief netwerk, lokaal geïntegreerd actief netwerk en netwerk gericht op de wijdere samenleving. De SSVZ bood inzicht in de betekenis die deze netwerken hadden voor de leefbaarheid en in de manieren om deze netwerken te verbinden en te activeren.


Om handvatten te ontwikkelen voor de beleidspraktijk werd ‘leefbaarheid’ opgesplitst in negen beleidsthema’s (zie boven dl. 2). Voorts werden de beleidsthema’s zodanig gekozen dat er verbindingen ontstonden tussen de sociaal-ruimtelijke, sociaaleconomische en sociaal-culturele domeinen (zie boven dl. 1). Het onderzoek onder de Zeeuwse bevolking leverde informatie op over deze negen thema’s. Daarbij werden de antwoorden verbonden met het ‘type woongebied’ en de ‘levensfase’ van de respondenten. Door de uitsplitsingen naar ‘type woongebied’ en ‘levensfase’ werd het mogelijk om meer gericht beleid te ontwikkelen.


Alle beleidsthema’s werden geanalyseerd en besproken in deel 2 van de Sociale Staat van Zeeland. De cijfers en trends uit die analyse vormden de opstap voor deel 3. In dat deel kwamen de ontwikkelkansen voor beleid per thema centraal te staan. De conclusies uit het vorige deel en de bijdragen van experts in de dossierdiscussie vormden de bouwstenen voor deel 3. Ook werd opnieuw gekeken naar de sociale netwerken van de Zeeuwse bevolking en naar de wijze waarop deze konden worden benut voor een duurzamere en meer leefbare samenleving.

Lees hier vanaf p. 119 het complete derde deel


AUTEURS:

Ankie Smit en Hans Clement


LITERATUUR

Bourdieu, Pierre, ‘The Forms of Capital’, in: John G. Richardson (ed.), Handbook of Theory and Research in the Sociology of Education (New York, 1986) 46-58.

Florida, Richard, The Rise of the Creative Class (New York, 2004).

http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1549346

Putnam, Robert, Bowling alone. The collapse and revival of American community (New York, 2000).

http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1430137

-Smit, Ankie, Sociale Staat van Zeeland. Provinciaal rapport 2009 (Middelburg, 2009).