Scheldebouw: verschil tussen versies

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
(Permasteelisa)
(Permasteelisa)
Regel 21: Regel 21:
  
 
Onder de paraplu van Permasteelisa bloeit Scheldebouw op. Het specialiseert zich op gevelbouw en er worden grote opdrachten binnengehaald, zoals voor gevelbouw in het Londense havengebied, gevels voor de TU Delft, de Mondriaantoren in Amsterdam, de Hoftoren in Den Haag en de renovatie van het WCT in Den Haag. De omzet stijgt na de eeuwwisseling tot boven de 100 miljoen gulden per jaar.<ref>[https://zoeken.krantenbankzeeland.nl/issue/pzc/1999-07-03/edition/null/page/14?query=Scheldebouw&period=1999&sort=relevance Krantenbank Zeeland, 'Miljoenenorder Scheldebouw', in: PZC, 3 juli 1999, pag. 14]</ref> De werkgelegenheid neemt toe tot ongeveer 350 werknemers, al werkt zo'n 40% op tijdelijke contractbasis.<ref>[https://zoeken.krantenbankzeeland.nl/issue/pzc/2002-10-10/edition/null/page/23?query=Scheldebouw&period=2002&sort=relevance Krantenbank Zeeland, 'Scheldebouw alleen voor chique gevels', in: PZC, 10 oktober 2002, pag. 23]</ref>
 
Onder de paraplu van Permasteelisa bloeit Scheldebouw op. Het specialiseert zich op gevelbouw en er worden grote opdrachten binnengehaald, zoals voor gevelbouw in het Londense havengebied, gevels voor de TU Delft, de Mondriaantoren in Amsterdam, de Hoftoren in Den Haag en de renovatie van het WCT in Den Haag. De omzet stijgt na de eeuwwisseling tot boven de 100 miljoen gulden per jaar.<ref>[https://zoeken.krantenbankzeeland.nl/issue/pzc/1999-07-03/edition/null/page/14?query=Scheldebouw&period=1999&sort=relevance Krantenbank Zeeland, 'Miljoenenorder Scheldebouw', in: PZC, 3 juli 1999, pag. 14]</ref> De werkgelegenheid neemt toe tot ongeveer 350 werknemers, al werkt zo'n 40% op tijdelijke contractbasis.<ref>[https://zoeken.krantenbankzeeland.nl/issue/pzc/2002-10-10/edition/null/page/23?query=Scheldebouw&period=2002&sort=relevance Krantenbank Zeeland, 'Scheldebouw alleen voor chique gevels', in: PZC, 10 oktober 2002, pag. 23]</ref>
 +
 +
Ondanks de goed geordende orderportefeuille heeft ook Scheldebouw geleidelijk last van de crisis. Het bedrijf probeert dat enigszins te compenseren door nieuwe orders te bemachtigen in Oost-Europa.<ref>[https://zoeken.krantenbankzeeland.nl/issue/pzc/2003-12-10/edition/null/page/43?query=Scheldebouw&period=2003&sort=relevance Krantenbank Zeeland, 'Scheldebouw marktleider in Polen', in: PZC, 10 december 2003, pag. 43]</ref>
  
 
== Auteur ==
 
== Auteur ==

Versie van 31 okt 2017 om 15:46

Scheldebouw

Bedrijf voor de productie van gevelbekleding. Scheldebouw maakt aluminium gevels, binnenwanden en daken. Thans is Scheldebouw onderdeel van de Permasteelisa Group. Het bedrijf is gevestigd aan de Herculesweg in Middelburg en telt ongeveer... werknemers. Er is ook een vestiging in Heerlen.

Geschiedenis van het bedrijf

Het begin

Scheldebouw maakte aanvankelijk onderdeel uit van het scheepsbouwbedrijf [De Schelde], dat sinds de negentiende eeuw was gevestigd in Vlissingen. Scheldebouw werd in 1923 opgericht en maakte producten van lichtmetaal, zoals schoorstenen voor schepen.

In 1958 werd in samenwerking met een Rotterdams architectenbureau het aparte dochterbedrijf de NV Scheldebouw opgericht en gevestigd in Rotterdam. Het bedrijf werd gesticht voor de productie van lichtmetalen producten zoals aluminium, e.d.. die vooral in de bouw steeds meer toepassing kregen. De Schelde zelf beschikt op dat moment al over een eigen lichtmetaalafdeling, waardoor de productie in het nieuwe bedrijf snel kan worden opgestart. Het maatschappelijk startkapitaal bedraagt 300.000 gulden.[1] Naast gevelproducten produceerde Scheldebouw ook aluminium meubels (voor in marinejachten), gevechtsvoertuigen voor het leger (in samenwerking met DAF) en opbouw voor militaire voertuigen.

Sanering in de scheepsbouw

Vanaf het einde van de jaren zestig vindt er een geleidelijke sanering plaats in de internationale scheepsnieuwbouw. Het leidt tot dalende winsten en verlies aan werkgelegenheid. Moederbedrijf De Schelde probeert via dochtermaatschappij Scheldebouw daarom nieuwe markten in de bouwwereld binnen te halen. Het leidt tot grote opdrachten als het kantoorgebouw van Philips, het PTT-kantoor in Den Haag en de verbouwing van Schiphol. Erg winstgevend zijn deze prestigieuze projecten echter niet.

In 1978 wordt de afdeling aluminiumproducten verplaatst naar een industrieterrein te Middelburg. Daar worden de gebouwen van het failliete bedrijf Alga overgenomen.[2] De orderportefeuille is op dat moment voor de komende drie jaar gevuld, onder andere met de bouw van aluminium scheepsmeubilair en van aluminium shelters voor de Koninklijke Landmacht.

In de conjunctureel moeilijke jaren tachtig blijft de werkgelegenheid bij Scheldebouw op peil. Er werken op dat moment ruim 200 werknemers bij het bedrijf. Defensie is een belangrijke opdrachtgever voor het bedrijf.

Permasteelisa

In de jaren negentig wordt het voor moederbedrijf De Schelde steeds moeilijker te overleven. Als gevolg daarvan wordt het dochterbedrijf Scheldebouw - op dat moment ook niet meer winstgevend door de ingestorte markt in G.B. - afgestoten en moet Scheldebouw zelfstandig verder. Scheldebouw wordt daarna onderdeel van het Permasteelisa-concern, een van oorsprong Italiaans bedrijf, dat is uitgegroeid tot de grootste gevelbouwer ter wereld. In Middelburg komt het hoofdkantoor van de Noordwest-Europese tak van het concern.

Onder de paraplu van Permasteelisa bloeit Scheldebouw op. Het specialiseert zich op gevelbouw en er worden grote opdrachten binnengehaald, zoals voor gevelbouw in het Londense havengebied, gevels voor de TU Delft, de Mondriaantoren in Amsterdam, de Hoftoren in Den Haag en de renovatie van het WCT in Den Haag. De omzet stijgt na de eeuwwisseling tot boven de 100 miljoen gulden per jaar.[3] De werkgelegenheid neemt toe tot ongeveer 350 werknemers, al werkt zo'n 40% op tijdelijke contractbasis.[4]

Ondanks de goed geordende orderportefeuille heeft ook Scheldebouw geleidelijk last van de crisis. Het bedrijf probeert dat enigszins te compenseren door nieuwe orders te bemachtigen in Oost-Europa.[5]

Auteur

W. van Gorsel, 2017

Bronnen

Noten