Liesjesdag

Liesjesdag.

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Benaming voor de eerste donderdag in mei en oktober op Walcheren. De boerenmeiden en -knechts wisselden vroeger op 1 oktober van dienst; de eerste week van die maand heette de Annetje-Liesjesweek (misschien naar Hanne en Lijs, veel voorkomende jongens en meisjesnaam). De dienstbodenordonnantiën van Middelburg vanaf 1671 spreken over het licentiëren van dienstpersoneel, dat voor 6 november van elk jaar plaats vond. In dit verband zou liesjesdae' een verbastering van licentiedag kunnen zijn. Op donderdag trokken de knechten en de meisjes naar Middelburg en vierden daar nog tot kort voor de tweede wereldoorlog feest. Ze liepen dan gearmd in straatbrede rijen, zingend door de stad. Omdat de fietsen vooral in de omgeving van de Markt werden neergezet, was èrrem in èrrem de Gortstraat in' meestal het eerste van een reeks liedjes, waaronder vele niet bepaald in salontaal waren gesteld. Met o.a. 'vuuf cent 'n aolf puupkanéél, 't is voe' Mariete om van te schiete en voe' Arjaen om af te gaen' kon de pas er goed worden ingezet. De daarop volgende zaterdag ging de dienst in; deze dag heette kistjesdag, naar de kist die de knecht meenam. Waarschijnlijk is de Liesjesdag in mei van jonger datum. Gargon is de eerste die terloops de Hannelysjesdag' of 'Jan Lysjesdag' noemt (1717). In Middelburg spreekt men van Annetje-Liesje.