Johan van Cuyck: verschil tussen versies

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
 
(6 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{Infobox
+
{{InfoboxPersoon
| above      = Cuyck, Johan Van (heer Van Herpt En Domburg)
+
| afbeelding = [[Bestand:AnthonievanBourgondië_KZGW_ZIIV034.jpg|200px]]
 +
| naam = Johan van Cuyck; Johan van Cuyck heer van Herpt en Domburg
 +
| onderschrift = Johan van Cuyck (niet op de gravure) was een van de initiators in de verdediging van Vlissingen en Veere tegen de Spanjaarden na de machtsovername op 6 april 1572, gravure, KZGW, ZI III, 034.
 +
| geboortedatum = [[1532]]
 +
| geboorteplaats = Heusden
 +
| overlijdensdatum = [[21 december]] [[1613]]
 +
| overlijdensplaats = Heusden
 +
| beroep = watergeus
 +
| VIAF =  [http://viaf.org/viaf/]
 
}}
 
}}
 +
== Biografie ==
 +
Johan van Cuyck, heer van Herpt en Domburg, behoorde waarschijnlijk tot het Verbond der Edelen van 1565, maar verkoos later de ballingschap en vertrok nar Engeland, waar hij nauwe contacten onderhield met zowel de Watergeuzen als met Willem van Oranje (1568). Hij maakte de overval op Den Briel van 1 april 1572 mee en profiteerde tactvol van de bestemming om de door de Geuzen geblokkeerde steden Veere en Vlissingen in hun overgang naar Oranje te helpen (6 april 1572). Van Cuyck die het belang van beide van garnizoenen verstoken kuststeden zeer wel inzag, trachtte vervolgens ze tegen een mogelijke tegeaanval te versterken. Hij voorzag ze ook van een geregelde bezetting. De Veerenaren konden daar niet het benodigde geld voor opbrengen. Daarom vertrok Van Cuyck eind 1573 opnieuw naar Engeland om daar geld in te zamelen bij de Nederlandse vluchtelingengemeenten, met name in Londen en Norwich. Een tijdgenoot noemde hem ‘een seer kloeck ende couragieus man, die in de eerste kommerlycke tyden groote diensten aan het Landt ende den Prince van Orangiën ghedaen heeft’, waarvoor deze hem dan ook met  de heerlijkheid Domburg beloonde. Later keerde hij naar Heusden terug. Hij was er in 1584, 1585, 1587, 1591 en 1594 schepen en bekleedde er het rentmeesterschap van de grafelijke domeinen. Zijn naam komt regelmatig voor in de stukken van de Rekenkamer van Zeeland.
  
'''Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984'''
+
== Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984 ==
 +
{{GoToOriginal}}
  
 +
== Auteur ==
 +
L. Hageman, herz. Peter Sijnke (2012).
  
(Heusden 1532 - Heusden 21 dec.1613). Behoorde waarschijnlijk tot het Verbond der Edelen van 1565, maar verkoos later de ballingschap en vertrok naar Engeland, waar hij nauwe contacten onderhield met zowel de Watergeuzen als met Willem van Oranje (1568). Maakte de overval op Den Briel (1 april 1572) mee en profiteerde tactvol van de stemming om de door de Geuzen geblokkeerde steden Veere en Vlissingen in hun overgang naar Oranje te helpen (6 april 1572). Van Cuyck die het strategisch belang van beide van garnizoenen verstoken kuststeden zeer wel inzag, trachtte vervolgens ze tegen een mogelijke tegenaanval te versterken, alsook van een geregelde bezetting te voorzien. Omdat de Veerenaars daarvoor niet het benodigde geld konden opbrengen vertrok hij eind 1573 opnieuw naar Engeland om geld in te zamelen bij de Nederlandse vluchtelingengemeenten, in het bijzonder die te Londen en Norwich. Een tijdgenoot noemde hem 'een seer kloeck en de couragieus man, die in de eerste kommerlycke tyden groote diensten aan het Landt ende den Prince van Orangiën ghedaen heeft', waarvoor deze hem dan ook met de heerlijkheid Domburg beloonde. Later keerde hij naar Heusden terug, was er in 1584, 1585, 1587, 1591 en 1594 schepen en bekleedde er het rentmeesterschap van de grafelijke domeinen. Zijn naam komt regelmatig voor in de stukken van de Rekenkamer van Zeeland.
+
== Literatuur ==
 +
*Bor, Nederlandsche Oorlogen VI, 369-371,.
 +
*Oudenhoven, Beschr. Land van Heusden 59, 215.
 +
*Te Water, Verbond der Edelen I, 268-270, III 444.
 +
*’s Gravensande, Tweede Eeuwgedachtenis der Middelb. Vrijheid 166, 192, 197, 375.
 +
*Van der Aa, Biogr. Woordenboek der Ned. III, 937, 1858.
 +
*Van Nieuwkuyk, Het Heusdensche geslacht Van Cuyck, in: ''Wapenheraut'' (1920) 21-24, 110.
 +
*N.N.B.W. VIII.  
  
 +
[[category:persoon]]
 +
[[category:Zeeuwen]]
 +
[[category:Geschiedenis]]
 +
[[category:Maritiem]]
  
AUTEUR
+
{{DEFAULTSORT:Cuyck, Johan van}}
 
 
L. Hageman
 
 
 
 
 
LITERATUUR
 
 
 
Bor, Nederl. Oorlogen VI, 369-371. Oudenhoven, Beschr. Land van Heusden 59, 215. Te Water, Verbond der Edelen I, 268-270; III, 444. 's Gravesande, Tweede Eeuwgedachtenis der Middelb. Vrijheid 166, 192, 197, 375. Van der Aa, Biogr. Woordenb. der Ned. III. 937. 1858. Van Nieuwkuyk, Het Heusdensche geslacht Van Cuyck, in Wapenheraut 1920, 21-24, 110. N.N.B.W.VIII.
 

Huidige versie van 14 jun 2021 om 10:10

Johan van Cuyck
AnthonievanBourgondië KZGW ZIIV034.jpg
Johan van Cuyck (niet op de gravure) was een van de initiators in de verdediging van Vlissingen en Veere tegen de Spanjaarden na de machtsovername op 6 april 1572, gravure, KZGW, ZI III, 034.
Geboren 1532 Heusden
Overleden 21 december 1613 Heusden
Beroep watergeus
VIAF [1]

Biografie

Johan van Cuyck, heer van Herpt en Domburg, behoorde waarschijnlijk tot het Verbond der Edelen van 1565, maar verkoos later de ballingschap en vertrok nar Engeland, waar hij nauwe contacten onderhield met zowel de Watergeuzen als met Willem van Oranje (1568). Hij maakte de overval op Den Briel van 1 april 1572 mee en profiteerde tactvol van de bestemming om de door de Geuzen geblokkeerde steden Veere en Vlissingen in hun overgang naar Oranje te helpen (6 april 1572). Van Cuyck die het belang van beide van garnizoenen verstoken kuststeden zeer wel inzag, trachtte vervolgens ze tegen een mogelijke tegeaanval te versterken. Hij voorzag ze ook van een geregelde bezetting. De Veerenaren konden daar niet het benodigde geld voor opbrengen. Daarom vertrok Van Cuyck eind 1573 opnieuw naar Engeland om daar geld in te zamelen bij de Nederlandse vluchtelingengemeenten, met name in Londen en Norwich. Een tijdgenoot noemde hem ‘een seer kloeck ende couragieus man, die in de eerste kommerlycke tyden groote diensten aan het Landt ende den Prince van Orangiën ghedaen heeft’, waarvoor deze hem dan ook met de heerlijkheid Domburg beloonde. Later keerde hij naar Heusden terug. Hij was er in 1584, 1585, 1587, 1591 en 1594 schepen en bekleedde er het rentmeesterschap van de grafelijke domeinen. Zijn naam komt regelmatig voor in de stukken van de Rekenkamer van Zeeland.

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Auteur

L. Hageman, herz. Peter Sijnke (2012).

Literatuur

  • Bor, Nederlandsche Oorlogen VI, 369-371,.
  • Oudenhoven, Beschr. Land van Heusden 59, 215.
  • Te Water, Verbond der Edelen I, 268-270, III 444.
  • ’s Gravensande, Tweede Eeuwgedachtenis der Middelb. Vrijheid 166, 192, 197, 375.
  • Van der Aa, Biogr. Woordenboek der Ned. III, 937, 1858.
  • Van Nieuwkuyk, Het Heusdensche geslacht Van Cuyck, in: Wapenheraut (1920) 21-24, 110.
  • N.N.B.W. VIII.