Mezen
Mezen |
---|
Mezen (Paridae)
Kleine insectenetende zangvogels met korte snavel. Broeden gewoonlijk in holen in bomen en ook vaak in nestkasten. Buiten de broedtijd vaak in gemengde groepen. In Zeeland komen diverse soorten mezen voor.
Koolmees (Párus májor)
Koolmees is een grote mees met zwarte kop, wit te wangen en een zwarte `stropdas' in het midden van een heldergele borst en buik. In geheel Zeeland een talrijke broedvogel van allerlei bossen, parken, boomgaarden en duinen. Hoofdzakelijk standvogel.
- Dialect; Zeeuws-Vlaanderen: spekveugeltje; Walcheren: spekmees; Zeeuws-Vlaanderen: kjesmus, kjers musse.
Pimpelmees (Párus caerúleus)
De pimpelmees is een kleine mees met lichtblauwe kop, blauwachtige bovendelen en gele buik met een dunne zwarte streep over het midden. In geheel Zeeland een vrij talrijke broedvogel van allerlei bossen, parken, boomgaarden en duinen. Hoofdzakelijk standvogel, doch in het najaar soms veel doortrekkend.
- Dialect; Schouwen-Duiveland: blauw paepje.
Zwarte mees (Párus áter)
De zwarte mees is een kleine, donkere mees met zwarte kop, witte wang en witte vlek in de nek. Hoofdzakelijk bewoner van naaldbossen. In 1958 broedde een paar bij Clinge. Ook gedurende de laatste jaren werden in enkele naaldbossen in het grensgebied van Oost Zeeuws-Vlaanderen broedgevallen waargenomen. In de jaren zeventig vestigde de zwarte mees zich in de dennenbossen in de duinen van Schouwen, waar ze onder andere broeden in nestkasten. In het najaar kan de soort soms invasie-achtig voorkomen.
Kuifmees (Párus cristátus)
De kuifmees is de enige mees met een kuifje. Geluid vooral een zachte triller. Broedvogel van naaldbossen. De laatste jaren mogelijk een enkel broedgeval in Zeeuws-Vlaanderen. Verder in geheel Zeeland een zeldzame zwerfvogel buiten de broedtijd.
Glanskop (Párus palústris)
De glanskop heeft een zwarte, glanzende kruin, nek en kin, lichte wangen en onderdelen. Lijkt zeer veel op de matkop, die echter een licht streepje op de vleugel heeft en een ander geluid. De glanskop is een zeldzame broedvogel van Oost Zeeuws-Vlaanderen en een zeldzame zwerfvogel in de rest van Zeeland.
Matkop (Párus montánus)
De matkop Lijkt zeer veel op de glanskop. Plaatselijke, vrij zeldzame broedvogel van Zeeuws-Vlaanderen, de binnen duinrand van Walcheren en Zuid-Beveland. Lijkt de laatste jaren enigszins te zijn toegenomen. Standvogel.
Staartmees (Aegíthalos caudátus)
De staartmees is een kleine zwart, wit en roze vogel met een zeer lange staart. Bouwt een eivormig nest van mos sen en insectenspinsel. In Zeeland zeer plaatselijke broedvogel van bossen en parken. Is de laatste jaren toegenomen in aantal, op Walcheren echter plaatselijk afgenomen.
Baardmannetje (Panúrus biármicus)
Het baardmannetje is eigenlijk geen echte mees. Rietvogel met lange staart. Roodbruin met lichte borst. Mannetje heeft blauwgrijze kop en zwarte baard strepen. Karakteristieke, metaalachtige `ping-ping' geluiden. De uitbreiding van het baardmannetje vanuit de uitgestrekte riet velden in de Flevopolders over geheel Nederland en West-Europa is ook in Zeeland duidelijk merkbaar. Vanaf 1966 broedt deze soort in toenemende mate in de kreken van Zeeuws-Vlaanderen, in de inlagen op Noord-Beveland en in de Ooster- en Westerschenge op Zuid-Beveland. Buiten de broedtijd soms te zien op andere plaatsen waar veel riet groeit.
Auteur
-P.L. Meininger