Kluut

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Kluut
Kluut , bron: ZB Beeldbank Zeeland, H. Warren reccord 2147

Kluut (Recurvirostra avosetta)

Vrij grote steltloper met lange blauwgrijze poten en karakteristiek omhoog gebogen snavel, waarmee voedsel wordt gezocht door deze met maaiende bewegingen door slib en water te halen. Wit met zwarte kop en zwarte strepen op rug en vleugels. Vleugelpunten zwart. Onvolwassen vogels zijn bruiner. De roep is meestal een luid 'kluut-kluut'.

Broeden

In Noordwest-Europa broeden ruim 10.000 paar kluten, waarvan bijna de helft in Nederland. De kluut is een Zeeuwse vogel bij uitstek. In 1926 werd het aantal broedparen geschat op 550-570. Rond de Tweede Wereldoorlog waren er waarschijnlijk meer dan 2000 paar, terwijl er rond 1970 ongeveer 1350 en in 1977 ongeveer 1450 paar broedden. Zeeland is dus een van de belangrijkste broedgebieden in Noordwest-Europa. De soort broedt hier, meestal in kleine kolonies, op schaars begroeide delen van inlagen, op karrevelden, langs kreken en welen en op opgespoten terreinen. De drooggevallen platen in Veerse Meer en Grevelingen bieden zeer geschikte broedgelegenheden. Het is echter de vraag of zich hier ook in de toekomst nog grote aantallen kunnen handhaven. In voor- en najaar zijn vrij groté aantallen doortrekkende vogels waar te nemen langs de grote wateren. In zachte winters overwinteren er ook enkele honderden kluten in Zeeland.

Auteur

-K.F. Vaas, herschreven P.L. Meininger

Literatuur

  • Beijersbergen, Inventarisatie van de kluut.
  • Wolff, Een samenvatting van de gegevens over de kluten. [[1]]