Waterlandkerkje

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Waterlandkerkje ('t Kerkje')
Gapinge: Dorpshuis De Spil. Foto: W. van Gorsel, 28-3-2021. Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, rec.nr. 187129

Het dorp: kenmerken

Vanaf 1796 tot 1 april 1970 was Waterlandkerkje een zelfstandige gemeente in West Zeeuws-Vlaanderen (nu een deel van de gemeente Oostburg) waarin het dorp Waterlandkerkje en de buurtschappen Bakkersdam, Cathalijner Schans, Keizer (De), Ketelaarstraat, Kleinbrabant, Munte (De), Slepershaven, Tol, de helft van het gehucht (redoute) Turkeye en het verdwenen dorp Sint-Cathalijne. Op het grondgebied van het vroegere Waterlandkerkje lagen verscheidene forten, schansen en redoutes, waarvan echter niet veel meer is overgebleven. Waterlandkerkje is na Hoofdplaat het jongste dorp in West Zeeuws-Vlaanderen. Het telt 480 inwoners (1-1-2021).

Wapen

Voor de Franse tijd voerde Waterlandkerkje geen wapen. Bij K.B. van 26 november 1819 werd een wapen verleend met een sireen of meermin die op een hoorn blaast, als symbool van het waterland en een W in het schildhoofd.

Vlag

Drie hanen van blauw, wit en groen, de hoofdkleuren van het wapen; werd bij raadsbesluit van 16 december 1958 ingesteld.

Varia

Kermis op de eerste zaterdag na Pinksteren tot en met maandag d.a.v.

Monumenten

Kerk

Het dorpskerkje is gesticht in 1669-1674; in 1708 werd het door de Fransen in brand geschoten, in 1713 is het herbouwd; gerestaureerd in 1958. In de kerk bevinden zich enige grafzerken die afkomstig zijn uit de gesloopte kerk van Waterland. De preekstoel dagtekent uit de tijd van na de brand.

Grenspaal

Een der oudste grenspalen van ons land, een zg. 'tiendenpaal’ staat opgesteld op het Redouteplein te Waterlandkerkje; op de ene zijde staat het wapen met drie sleutels van de abdij van St.-Pieter, op de andere zijde de letters S B, vermoedelijk duidend op de abdij van St.-Bavo (beide te Gent), die tiendrechten in deze streek hadden. Op het Redouteplein staat voorts een gedenkzuiltje waarop de jaartallen 1796-1970, de begin- en einddata van de burgerlijke gemeente Waterlandkerkje. Ter plaatse van het bovengenoemde plein lag vroeger een redoute.

Geschiedenis

De gemeente Waterlandkerkje en het dorp van die naam hebben hun ontstaan te danken aan hervormden die zich in de Passegeul een Vrije polders hadden gevestigd. De kerk waarin de hervormden hun eerste godsdienstoefening hielden, stond aanvankelijk in de Oudemanspolder even voorbij het gehucht Stroopuit onder IJzendijke. Deze kerk, omstreeks 1530 gesticht en aan St. Nicolaas gewijd, had oorspronkelijk dienst gedaan voor de rooms-katholieken. Na vele religieuze twisten, waarbij de eerste vaste predikant Johannes Stuerbaut (opgeleid aan de Illustere School te Middelburg) aan op 25 november 1668 opgelopen verwondingen overleed, stichtten de hervormden een nieuwe kerk (1669) te midden van hun eigen bevolking, bij de driesprong van de Gouden-, Oude Passegeule en de Vrije polder, daar waar vroeger reeds een buurt bekend was onder de naam Waterland (deel van de heerlijkheid Waterland waarvan de heer van Waterland afstand had gedaan). In mei 1675 werd de kerk in gebruik genomen. In de volksmond heette de kerkelijke gemeente 't Kerkje'. Later, ongeveer in 1820, is door veelvuldig gebruik en ter onderscheiding van de op 5 km afstand gelegen Belgische gemeente Waterland-Oudeman, de volksnaam aan de officiële naam Waterland toegevoegd, zodat de naam Waterlandkerkje ontstond.

Auteur

?. Bewerkt: W. van Gorsel (2022).

Literatuur

  • Van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek XII.
  • Aalbregtse, Grenspalentocht.
  • Aalbregtse, De molen te Waterlandkerkje.
  • De Bree en De Bruin, Zeeuws prentenboek, De Maagd van Gent.
  • Van Empel en Pieters, Zeeland.
  • De Hullu, Oprichting protestantsche gemeenten.
  • De Hullu, Horribele delicten.
  • De Hullu, Hofsteden van Waterlandkerkje.
  • H. Janse, Kerken en torens.
  • Was, Waterlandkerkje.
  • Wilderom, Tussen afsluitdammen IV.
  • Zelandia Illustrata XII, 576-579.

Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984