Rietzangers/EvZ1982-1984

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Johan Francke (overleg | bijdragen) op 25 feb 2022 om 11:22 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'Kleine bruine trekvogels met dunne snavels. De zang is het belangrijkste veldkenmerk voor het onderscheiden van de verschillende soorten. Het zijn nachttrekkers, di...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Kleine bruine trekvogels met dunne snavels. De zang is het belangrijkste veldkenmerk voor het onderscheiden van de verschillende soorten. Het zijn nachttrekkers, die in april en mei in Nederland arriveren en van augustus tot in oktober wegtrekken. De sprinkhaanrietzanger (Locustélla naévia) is in Zeeland een vrij zeldzame broedvogel (25-50 paar) van duinstruwelen en plaatselijk van kreekoevers met riet en struiken (Zuid-Beveland, Zeeuws-Vlaanderen). De snor is in Zeeland een vrij zeldzame broedvogel (25-50 paar) van rietvelden. De meeste snorren broeden in de kreken in Zeeuws-Vlaanderen en in het Verdronken Land van Saeftinge. Op Walcheren, Noord- en Zuid-Beveland en Tholen is deze soort zeldzaam en op Schouwen-Duiveland en St.-Philipsland ontbreekt hij geheel als broedvogel. De kleine karekiet (Acrocéphalus scirpáceus) is in Zeeland een zeer algemene broedvogel van alle rietgebieden, zelfs in smalle rietranden langs kleine slootjes. De bosrietzanger (A. palústris; W., Z.B.: rietmosse; W.: rietpieper; Z.Vl.: rietmus) is in Zeeland een vrij algemene broedvogel (500-1000 paar) van vochtige dichtbegroeide gebieden (vaak met riet en brandnetels). De grote karekiet (A. arundináceus) is in Zeeland een vrij zeldzame broedvogel (25-50 paar) van rietvelden, hoofdzakelijk in Zeeuws-Vlaanderen. De rietzanger (A. schoenobaénus) is in Zeeland algemene broedvogel (1000-2000 paar) van, meestal wat grotere, rietvelden. De waterrietzanger (A. paludicola) is een zeldzame doortrekker in het najaar. De cetti's zanger (Céttia cétti) is oorspronkelijk broedvogel van het Middellandse-Zeegebied. In 1976 werd het eerste broedgeval voor Nederland vastgesteld bij Sas van Gent. In 1977 waren er in Zeeland ruim 20 territoria, vooral in Zeeuws-Vlaanderen en op Walcheren. Na de winter 1978/1979 is de cetti's zanger vrijwel uit Nederland verdwenen. De waaierstaart rietzanger (Cistícola júncidis) is evenals de cetti's zanger vanuit het Middellandse-Zeegebied doorgedrongen naar het noorden. Na de strenge winter 1978/1979 is deze soort weer vrijwel verdwenen uit Zeeland en resteerde nog slechts één territorium in het Verdronken Land van Saaftinge. Auteur -P.L. Meininger Afbeelding: De kleine karekiet, gefotografeerd door Vijverberg (1933).