Zanddijk
Zanddijk (zandijk, Zanddike, Sandick) |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Gehucht binnen de gemeente Veere. Vroeger een aanzienlijk dorp, parochie en heerlijkheid waarin het slot Zandenburg was gelegen. De naam Zandijk (vroeger altijd met één d geschreven) is ontleend aan de dijk van zand die hier reeds voor 1134 was aangelegd als bescherming tegen de zee. Wapen: Het wapen van de heerlijkheid Zandijk bestond uit een gevierendeeld schild, het eerste en vierde van zilver, met drie golvende fasces (dwarsbalken) van azuur, het hoofd van keel; het tweede en derde van zilver met een zwaard van sabel; op het midden van het geheel een schild van sabel met een fasce van zilver. Geschiedenis. Een kopie van een charter uit 1153 vermeldt reeds een kerk te Zandijk. Deze kerk was een dochter van de Noordmonster te Middelburg. Wolfert van Borssele ontving Zandijk, waar hij een 'Veste ende Wooninge' had, in 1282 als een onsterfelijk erfleen van gravin Beatrix. In deze giftbrief is ook sprake van 'de bruderen van dien dutschen hus' in de Zandijkpolder. In 1347/48 werd Veere als een zelfstandige parochie van Zandijk afgescheiden; de Zandijkpolder kwam toen aan Vrouwenpolder. De heren Van Borssele, eigenaars van het kasteel Zandenburg, hebben de Zandijkse kerk steeds rijk begiftigd. Mede door hun deelname werd de jaarlijkse processie te Zandijk (sinds Pinksteren 1365) de grootste van Walcheren. In 1469 bepaalde Hendrik IV van Borssele dat alleen het kerkbestuur van Zandijk kaarsen mocht verkopen in zijn heerlijkheid. Dit was een goede bron van inkomsten. Gheyle Claesdochter stichtte in 1504 aan de oostzijde van de weg tussen Zandijk en Veere een kapel, de kapel van Skipper Gheyle genoemd. Ze was gewijd aan de Heilige Drievuldigheid. Voor 1572 had het welvarende Zandijk een eigen rechtspraak en bestuur. Ook waren er vier gilden: het St.-Sacraments-, het St.-Pieters-, het St.-Anna's- en het St.-Maartensgilde. In 1567 werd het markizaat Veere, waar onder Zandijk, aangekocht door Filips II. Uit de 'boedelbeschrijving’ blijkt dan de rijkdom van de parochie Zandijk: 155 gemeten en 13 roeden, achter de kerk nogeens 20 gemeten en een boomgaard, 131 ons aan zilveren sierwerk enz. Veere koos in 1572 de zijde van de Prins van Oranje. Bij de pogingen van de Spanjaarden om de stad te heroveren is het dorp Zandijk met kerk en kapel in brand gestoken en verwoest. Deze verwoesting is Zandijk niet meer te boven gekomen. De ruïne van de kerk werd in 1584/85 opgeruimd, de stenen werden gebruikt bij de bouw van het Orange-bolwerk achter het arsenaal te Veere. De Fransen bliezen in 1812 de bouwval van de achtkantige toren op. In 1834 werd de plaats waar de kerk had gestaan als kerkhof van Veere ingericht. Het gebied van de parochie Zandijk is na de Reformatie bij de hervormde gemeente van Veere gevoegd. Sinds 1574 viel Zandijk onder het rechtsgebied van Veere. Het markizaat Veere, met Zandijk, kwam in 1581 aan het huis Oranje-Nassau, dat het behield tot 1795, toen bij de omwenteling het markizaat kwam te vervallen. De heerlijkheid Zandijk was onderscheiden geweest in Zandijk-Binnen (hierin lag het dorp) en Zandijk-Buiten. Deze delen werden in 1816 resp. met de gemeenten Veere en Vrouwenpolder verenigd. In de tweede helft van de 20e eeuw vond te Zandijk nieuwbouw plaats.
AUTEUR
S.J.M. Hulsbergen
LITERATUUR
Ermerins, Zeeuwsche Oudheden. Post, Eigen kerken. S. Muller, Indeeling bisdom. Grijpink, Register.
AFBEELDING
Afbeelding van de kerktoren te Zand(d)ijk, 'den dag tevoren dat de Franschen dien hebben laten ‘springen’, in maart 1812.