Rondbekken

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Maintenance script (overleg | bijdragen) op 20 mrt 2014 om 14:24 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Rondbekken (prikken, Lampreien)

Parasitaire vissen; gewervelde dieren. Het geraamte bestaat uit kraakbeen; op de ronde, onbeweeglijke kaken ligt een hoornplaat met tanden. Borst- en buikvinnen ontbreken, evenals schubben. De kieuwopeningen liggen achter de neusgaten en de ogen, van daar de volksnaam negenoog. De dieren hechten zich vast aan het lichaam van een levende vis en met hun beweeglijke tong en met de tanden van de zuignapvormige mond raspen zij een opening in het weefsel van hun gastheer, die de parasiet met zich mee blijft dragen. In Zeeland inheems zijn: rivierprik (Lampetra fluviátilis), parasiteert op riviervissen in de Zeeuwse stromen; zeeprik (Petromyzon marínus), parasiteert op zeevissen in het kustwater en zwemt in het voorjaar de rivieren op om te paaien.

AUTEUR

K.F. Vaas