Spreeuwpot

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Maintenance script (overleg | bijdragen) op 20 mrt 2014 om 14:23 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Spreeuwpot

Pot of kan van (meestal rood) aardewerk, met holle bodem, lange hals en een oor. In de buik is opzij een gat gemaakt. Vlak onder de monding van de hals en bij de overgang van de hals in de buik zijn twee lusjes, ook van aardewerk, aangebracht, waardoor een stokje gestoken kan worden. De totale lengte van de pot is doorgaans ongeveer 25 centimeter de diameter van de buik ongeveer 21 centimeter. Het Middelburgse exemplaar, dat in 1940 hij graafwerk in een verwoest gebouv, werd gevonden, is 24.5 centimeter lang. met een buik van 19,5 cm doorsnede. Het berust nu in het Zeeuws Museum te Middelburg. De pot werd met het oor aan de gevel van een gebouw gehangen, zodat het gat in de buik tegen de muur rustte. Het was de bedoeling van deze spreeuwpotten, welke meest uit de 17de en 18de eeuw dateren om aan spreeuwen nestgelegenheid te bieden: de eigenaar wachtte het ogenblik af tot er jonge vogels in het nest waren, nam dan de pot van de muur en haalde door het gat de jongen uit het nest om ze te koken en als gerecht op tafel te brengen. Deze toepassing wordt bevestigd door recepten in kookboeken uit de 17de en 18de eeuw. Op schilderijen en tekeningen uit die tijd van Vlaamse en Nederlandse kunstenaars kan men spreeuwpotten tegen huizen en boerderijen zien hangen. In de jaren zeventig van de twintigste eeuw werden er in Zeeland opnieuw zulke potten naar het oude model gemaakt en te koop aangeboden.


AUTEUR

P. van der Feen, herz. red. 2013.

LITERATUUR

W.S.S. van Benthem Jutting, Een Middelburgsche spreeuwpot,

AFBEELDING

Spreeuwpot gemaakt van rood aardewerk, in gebruik in de 17de en 18de eeuw (Zeeuws Museum, Middelburg).


Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Pot of kan van (meestal rood) aardewerk, met holle bodem, lange hals en een oor. In de buik is opzij een gat gemaakt. Vlak onder de monding van de hals en bij de overgang van de hals in de buik zijn twee lusjes, ook van aardewerk, aangebracht, waardoor een stokje gestoken kan worden. De totale lengte van de pot is doorgaans ongeveer 25 centimeter de diameter van de buik ongeveer 21 centimeter. Het Middelburgse exemplaar, dat in 1940 hij graafwerk in een verwoest gebouv, werd gevonden, is 24.5 centimeter lang. met een buik van 19,5 cm doorsnede. Het berust nu in het Zeeuws Museum te Middelburg. De pot werd met het oor aan de gevel van een gebouw gehangen, zodat het gat in de buik tegen de muur rustte. Het was de bedoeling van deze spreeuwpotten, welke meest uit de 17de en 18de eeuw dateren om aan spreeuwen nestgelegenheid te bieden: de eigenaar wachtte het ogenblik af tot er jonge vogels in het nest waren, nam dan de pot van de muur en haalde door het gat de jongen uit het nest om ze te koken en als gerecht op tafel te brengen. Deze toepassing wordt bevestigd door recepten in kookboeken uit de 17de en 18de eeuw. Op schilderijen en tekeningen uit die tijd van Vlaamse en Nederlandse kunstenaars kan men spreeuwpotten tegen huizen en boerderijen zien hangen.