Havikskruid
Havikskruid |
---|
Havikskruid (Hierácium)
Groot plantengeslacht met paardebloemachtige bloeiwijze, behorend tot de familie der composieten. In Zeeland komen slechts twee soorten algemeen voor. Elders in Nederland vindt men echter veel meer soorten.
Het muizeoortje (H. pilosélla) wordt gekenmerkt door een citroengele bloeiwijze, alleenstaand op een stengel en rozetbladeren die aan de bovenzijde ijl, maar lang behaard zijn. De onderzijde van de bladeren is zilverkleurig. Deze plant heeft lange dunne uitlopers. Het muizeoortje is een vrij algemene soort op droge, grazige g rond. Men eindt haar vooral in duingraslanden en op zandige dijken. Elders ontbreekt zij.
Het schermhavikskruid (umbellátum) is veel forser (tot ruim 1 meter hoog) en heeft eigele bloeiwijzen die in schermen bijeen staan. De stengel is rijk bebladerd en uitlopers zijn afwezig. Zeer kenmerkend zijn ook de teruggeslagen omwindselblaadjes. Ook deze soort vindt men uitsluitend op droge zandige grond. Het meest algemeen is zij in Zeeland in de duinen en op de zandruggen in Zeeuws-Vlaanderen. Daarnaast kan men haar ook aantreffen op de spoordijken en -emplacementen.
Zeldzamere soorten van dit geslacht zijn: het oranje havikskruid (H. aurantíacum) en het gevlekte havikskruid (11. maculátum). Het oranje havikskruid lijkt enigszins op muizeoortje. Het heeft echter oranje bloeiwijzen. Het is een uit Centraal-Europa afkomstige sierplant, die in Zeeland nogal eens verwilderd is. Het gevlekte havikskruid lijkt meer op schermhavikskruid. Het heeft echter een minder rijk bebladerde stengel en gevlekte bladeren. In de diluviale zandgebieden is het algemeen. In Zeeland groeit het op een enkele plaats op oude muren (o.a. in Middelburg).
Auteur
-A.M.M. van Haperen