Lapschuursche Gat

Lapschuursche Gat (lapscheursche Gat)

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Water in W.Z.Vl., op de grens met België; in het noorden, hij Sluis, Gat van St Donaes geheten en in het zuiden, bij Middelburg in Vlaanderen, Papenkreek. De huidige watergang, die zijn naam dankt aan het (herbouwde) Belgische dorp Lapscheure, is een restant van het water, dat als gevolg van oorlogsinundaties in 1583 ontstond. Aanvankelijk reikte het tot aan de zanddijk bij Heille. Deze brak echter in 1591 door, zodat het zeewater doordrong tot voorbij Middelburg in Vlaanderen. De tegenwoordige Stierskreek in de Bewester-Eede-bezuiden St.-Pietersdijkpolder ontstond als zijtak van het Lapschuursche Gat. Het meest zuidelijke deel van het Lapschuursche Gat werd in 1700 bedijkt als Middelburgsche Polder, waarvan 45 ha op Nederlands gebied ligt. Hetzelfde jaar kwam ten noordwesten van Middelburg in Vlaanderen de Papenpolder tot stand. De Lapschuursche Gatpolder volgde in 1739 herdijkt 1747), de Kraeyenspolder in 1747. Aan de thans Belgische zijde van het Lapschuursche Gat kwamen tot stand de Pannepolder (1635), Maldegemse Polder (1654), Respaigne en Spermaliepolders (ca. 1700) en de Zeepolder (1752).

LITERATUUR

Gottschalk, Historische geografie. Wilderom, Tussen afsluitdammen IV. Roos, Woordenboek. Van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek.