Jacobus Eversdijk

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Maintenance script (overleg | bijdragen) op 20 mrt 2014 om 14:17 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Eversdijk, Jacobus

(Goes ? - ? 25 november 1675). Pastoor.

Zoon van de kunstschilder Cornelis Eversdijk. Toen Adriaan van Renesse van Wulp, medewerker van de landspastoor J. Cuysten in 1625 plotseling overleed, werd Eversdijk zijn opvolger. Circa 12 jaar trok hij door Zuid-Beveland, meestal 's nachts. Eversdijk Sr. verhuisde in 1631 naar Antwerpen. Jacobus greep de gelegenheid aan om op de zolder van het leeggekomen pand (aan de Singelstraat in Goes) een schuilkerk voor katholieken in te richten en in 1644 werd het hele pand voor de eredienst verbouwd. Op 13 juli 1652 kwam het bevel van de magistraat om het interieur af te breken. In 1644 ontstond er bij de dood van de landspastoor Cuysten kwestie over de opvolging. Er werd besloten, dat beiden, de landspastoor en de stadspastoor het land en de stad zouden bedienen. Toen de stadspastoor Kemp het volgend jaar overleed, verzorgde Eversdijk stad en land beide. Hij werd begraven in de Maria Magdalenakerk.


AUTEUR

C.P.M. Holtkamp, gecontroleerd redactie 2013


LITERATUUR

Bijdragen tot de geschiedenis van het bisdom Haarlem LII, 173-177.


Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


(Goes ? - ? 25 nov. 1675). Pastoor. Zoon van de kunstschilder Cornelis Eversdijk. Toen Adriaan van Renesse van Wulp, medewerker van de landspastoor Cuysten in 1625 plotseling overleed, werd Eversdijk zijn opvolger. ± I2 jaar trok hij door Zuid-Beveland, meestal 's nachts. Eversdijk Sr. verhuisde in 1631 naar Antwerpen. Jacobus greep de gelegenheid aan om op de zolder van het leeggekomen pand (aan de Singelstraat in Goes) een schuilkerk voor katholieken in te richten en in 1644 werd het hele pand voor de eredienst verbouwd. Op 13 juli 1652 kwam het bevel van de magistraat om het interieur af te breken. In 1644 ontstond er bij de dood van de landspastoor J. Cuysten kwestie over de opvolging. Er werd besloten, dat beiden, de landspastoor en de stadspastoor het land en de stad zouden bedienen. Toen de stadspastoor Kemp het volgend jaar overleed, verzorgde Eversdijk stad en land beide. Hij werd begraven in de Maria Magdalenakerk.