Engelse Gemeenten

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Maintenance script (overleg | bijdragen) op 20 mrt 2014 om 14:16 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Engelse Gemeenten

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Zeeland heeft twee Engelse gemeenten gekend, één te Middelburg en één te Vlissingen. Als gevolg van het intensieve handelsverkeer tussen Zeeland en Engeland hadden de Engelse kooplieden reeds in de 14e eeuw bepaalde voorrechten in Middelburg weten te verwerven. Zo b.v. de Merchant Adventurers, die daar met tussenpozen tot 1518 bleven. Andere Engelse koopmanshuizen hadden zich permanent in Middelburg gevestigd en zoals dat in vroegere eeuwen gebruikelijk was: zij brachten hun eigen kerk mee. In het begin van de 16e eeuw hadden zij hun eigen kapel, vermoedelijk met een eigen kapelaan. Hoe het met die kerk is vergaan toen in 1534 de anglicaanse kerk ontstond, weten we niet. Zij zal wel net als in Antwerpen, oogluikend zijn geduld. Na de overgave van Middelburg kwamen de Engelse kooplieden terug en na de val van Antwerpen (1585) ook de Merchant Adventurers. Reeds eerder echter was er onderhandeld met de magistraat van Middelburg en deze stond toen de Engelse kooplieden een aantal voorrechten toe. Artikel 2 van de overeenkomst luidde: 'Item ten eynde de voorscreven natie ten besten mach gheaccommodeert worden volgens hun versoeck, soo consenteren wy deselve een kercke, bequame tot exercitie van den Christelijcke Gereformeerde religie, dewelcke daertoe gheappropreert sal worden.' De Engelsen kregen gebouwen voor hun stapel, (het latere Westindische Huis, op de hoek van de St.-Jansstraat en de Lange Delft) een eigen rechtspraak, behalve in criminele zaken en een eigen kerk die wel van vreemde smetten vrij moest zijn, kortom, ze zouden in Middelburg een Engelse natie kunnen zijn. Maar reeds voordien hadden zich in Middelburg gevestigd de brownisten, die zich verzetten tegen de Engelse staatskerk en die in 1592 de Vismarktkerk toegewezen kregen, nadat zij eerder waarschijnlijk van de Koorkerk gebruik hadden gemaakt. Waren die Merchant Adventurers presbyterianen? De anglicaanse kerk heeft in haar organisatie en ritueel veel overgehouden van de R.K. Kerk, maar ze heeft een calvinistische belijdenis en daarom werd zij gerekend tot het gereformeerd protestantisme. Als zodanig nam zij ook deel aan de synode van Dordrecht (1618/19). De vroede vaderen van Middelburg hebben in hun overeenkomst met de Merchant Adventurers niettemin uitdrukkelijk bepaald dat het een kerk moest zijn tot uitoefening van de christelijke gereformeerde religie. Toen deze kooplieden zich in Middelburg vestigden, zullen zij voor hun kerkelijke bijeenkomsten eerst wel gebruik hebben gemaakt van het Westindische Huis; in 1589 werd hen officieel de Gasthuiskerk afgestaan. In de Tegenwoordige Staat kunnen we lezen dat het gestoelte van de Courtmaster daar, onder een soort triomfboog, nog te vinden was. Tot 1621 zijn de Merchant Adventurers in Middelburg gebleven; toen vertrokken zij naar Rotterdam en Dordrecht. Er bleven echter zoveel Engelse gezinnen in Middelburg achter dat de predikant Willem Teellinck zich beijverde deze weer tot een gemeente te verenigen, wat hem in 1623 is gelukt. Tot 1629 kwamen zij bijeen in een kamer van het Westindische Huis. Toen werd haar de kapel van de cellebroeders in gebruik gegeven. In 1798 werd deze definitief aan deze gemeente, die een presbyteriaanse was, afgestaan. In 1645 werd deze Engelse gemeente, evenals die te Vlissingen, ingelijfd bij de classis Walcheren door een resolutie van de Staten van Zeeland. Evenals dat met de andere gemeenten in Zeeland het geval was, kreeg men toen ook hier te maken met een collegium qualificatum, dat de dubbeltallen voor de verkiezing van ambtsdragers opmaakte. Na de Franse tijd werd bij Koninklijk Besluit van 27 juni 1815 bepaald dat de Engelse gemeenten van Middelburg en Vlissingen door één predikant zouden worden bediend. Ze zijn zo blijven voortbestaan tot met ingang van 1 januari 1922 beide gemeenten werden opgeheven. De goederen gingen over naar de hervormde gemeente. Vlissingen heeft in de Middeleeuwen minder contacten gehad met Engeland. Maar, toen na de val van Antwerpen en bij de komst van Leitester met zijn troepen Vlissingen een pandstad werd, moest er wel een Engelse gemeente komen. Artikel 14 van de overeenkomst van de Staten Generaal met koningin Elisabeth luidde:`den oversten en bezet telingen de vrije oefening van de godsdienst toegelaten (zal worden) althans bevestight in Engeland en hun te dien einde in die Stadt een kerk toegevoeght' zal worden. Nu was Vlissingen, in tegenstelling tot Middelburg, niet rijk gezegend met kerken. Er moest een nieuwe kerk worden gebouwd en dit was een kwestie van alle provinciën. Het is een eindeloos slepende zaak geworden, waarbij de plannen nog al eens veranderden; pas in 1590 kon men beginnen. Toen de Nieuwe Kerk in 1594 klaar was, verzocht de kerkeraad van de gereformeerde gemeente die te mogen gebruiken voor haar eredienst, daar de Grote Kerk te klein was geworden. Toen is besloten het zuider transept van deze kerk voor de Engelse gemeente te bestemmen. Tevoren had deze gemeente waarschijnlijk gebruik gemaakt van de noorder dwarsbeuk van de St.-Jacobskerk, die toen in gebruik was bij de Waalse gemeente, zodat van dat moment af in die ene kerk drie gemeenten waren ondergebracht. Tot zijn vertrek in 1616 heeft het Engelse garnizoen daar gekerkt. Na dit vertrek bleven er Engelse gezinnen in Vlissingen achter. De predikant, Thomas Potts, mocht nog een jaar blijven. Daarna werd de gemeente tijdelijk opgeheven, maar in 1620 opnieuw opge richt en op 14 juni werd John Wing (Wynge) als predikant bevestigd. Sinds 1628 kwam zij weer bijeen in het zuider transept, waar ze bleef, tot de Grote Kerk op 5 september 1911 afbrandde. Spoedig begonnen de Engelsen, waaronder nogal wat bookmakers een actie voor een eigen kerk; die is er ook gekomen maar ze werd afgebroken voor de bouw van het nieuwe stadhuis. De gemeente is opgeheven op 1 januari 1922. Vanaf 1 april 1966 is er in de Scheldepoort een post met opvangcentrum en kapel van The Missions to Seamen, waaraan een priester van de anglicaanse Kerk is verbonden. Engelse gezinnen in Zeeland vinden hier ook hun centrum.


AUTEUR

S.J.M. Hulsbergen


LITERATUUR

Wiersum, Archief Engelsche Gemeente. Mulder, Supplement Archief Engelsche Gemeente. Van Grol, Nieuwe Engelsche kerk te Vlissingen. Nagtglas, Algemeene kerkeraad. Vrolikhert, Vlissingsche kerkhemel. Van Empel en Pieters, Zeeland. Smit, Bronnen handel met Engeland, Schotland en Ierland. Unger, Middelburg in omtrek. Encyclopaedia Britannica.


AFBEELDING

De vlag van 'The Missions to Seamen'.