Lepelaar

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Maintenance script (overleg | bijdragen) op 20 mrt 2014 om 14:16 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Lepelaar (platálea Leucoródia)

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Grote witte reigerachtige vogel met een lange zwarte, aan het eind lepelvormige, snavel. Volwassen vogels hebben een gele vlek op de snavel, een gele borstband en in prachtkleed een lange geelachtige kuif. Onvolwassen vogels hebben zwarte vleugelpunten, geen kuif en een kleinere, vleeskleurige snavel. Lepelaars vliegen met gestrekte hals en vaak in linies of in V-formatie. In Nederland zijn enkele broedkolonies van de lepelaar o.a. in het Naardermeer, in het Zwanenwater en in Zuidelijk Flevoland. In de winter verblijven de meeste lepelaars in Zuid-Europa en in Afrika. In Zeeland is de lepelaar een vrij regelmatige gast in klein aantal in de maanden februari tot oktober, het meest in augustus en september. De soort is aan te treffen in kreken, inlagen, op opgespoten terreinen, in Saeftinge, in de Grevelingen en in het Veerse Meer.


AUTEUR

P.L. Meininger