Dominicanessen

Dominicanessen

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Het enige klooster der dominicanessen in Zeeland was Leliendaal bij Burgh, ontstaan uit een begijnhof, waarvan de bewoonsters in 1459 overgingen naar de derde orde der dominicanen. In 1559 voegden zich daarbij twaalf Engelse dominicanessen, met hun biechtvader en een kapelaan, die hun land waren ontvlucht na de troonsbestijging van Elisabeth I. Philips II schonk aan elk van hen 24 gulden voor levensonderhoud en 8 gulden voor kleding en verdere behoeften. Wegens de bouwvalligheid van het klooster werd blijkens een rapport uit 1560 voorgesteld de dominicanessen onder te brengen in Zierikzee, hetgeen echter niet is gebeurd. In 1566 trof hen hier de beeldenstorm en in 1569, toen er nog slechts drie nonnen over waren, werd het klooster opgeheven. De goederen werden toegewezen aan de dominicanen te Zierikzee.

AUTEUR

S.J.M. Hulsbergen met bewerking van Vaane

LITERATUUR

Schoengen, Monasticon Batavum. Juten, Engelsche zusters te Haamstede. Kleyntjes, Gevluchte Engelsche nonnen. S. Muller Hz., De indeeling van het bisdom.