Wielingen-kwestie

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Maintenance script (overleg | bijdragen) op 20 mrt 2014 om 14:13 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Wielingen-kwestie

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Volkenrechtelijk geschil tussen Nederland en België t.a.v. de souvereiniteit over de Wielingen. Beide landen eisen deze souvereiniteit voor zich op. Nederland op grond van afspraken uit de landsheerlijke tijd (bijv. Costumen van Middelburg 1-4; 'de Bailliu van de wateren heeft Jurisdictie op 's Konings Stroom over gantsch Zeeland en omgelegen landen, en strekken zoo verre in Zee, als de uiterste palen van Vlaanderen') en stelt dat Zeeland (later Nederland) die souvereiniteit sinds de middeleeuwen ook daadwerkelijk heeft uitgeoefend; België beroept zich op het normale recht van souvereine kuststaten hun souvereiniteit ook over hun territoriale wateren (3 mijl uit de kust) uit te oefenen. De kwestie is vooral acuut geweest bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914. Nederland wilde neutraal blijven en legde mijnenvelden in de mond van de Schelde om de doorvaart makkelijker te kunnen controleren. Hoewel het altijd had volgehouden dat zijn souvereine rechten zich uitstrekten tot Nieuwpoort en de Belgen niet verder mochten komen dan 'de Graaf van Vlaanderen, wadende in het water met zijn zwaard kon bestrijken', werd het toen verstandiger geacht, die stellingen maar even te vergeten. De mijnenvelden werden van Cadzand in noordelijke richting gelegd en de rest van de Wielingen werd onbeschermd gelaten, zodat de later door de Duitsers afgekondigde onbeperkte duikbotenoorlog zich ten dele kon afspelen in Nederlandse wateren, zonder dat Nederland er iets tegen deed. De beslissing getuigde onder de gegeven omstandigheden van wijs beleid, maar maakte de Nederlandse positie in de zaak zelve natuurlijk niet sterker. In de jaren '20 van deze eeuw is er tussen België en Nederland over de Wielingenkwestie nog wel wat geschermutseld, maar tot een oplossing is het niet gekomen. Juridisch kreeg men de puntjes niet op de i; in de praktijk is er van problemen echter geen sprake meer.


AUTEUR

A.Teunis

LITERATUUR

H. Brugmans, De Wielingen. (1920). J. Denier, Le différend des Wielingen. Les relations hollando-belges. (Paris, 1922). R.W.J. Den Tex, Het vraagstuk der Wielingen en het verdrag met België. (1926).