Stapelrecht

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Maintenance script (overleg | bijdragen) op 20 mrt 2014 om 14:09 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Stapelrecht

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Een recht, dat vele middeleeuwse steden verwierven of aan zich trokkenen ertoe strekte, dat kooplieden verplicht werden de goederen (hoofdzakelijk agrarische produkten). waarmee zij in een bepaald gebied of langs een bepaalde verkeersweg kwamen, naar de stapelstad te brengen en ze daar gedurende een zekere tijd op de stapelmarkt te koop aan te bieden. De verwerving van het recht kon geschieden door eenzijdige verlening van een stapelprivilege door de landsheer of door het afsluiten van een tweezijdig stapelcontract tussen de stad en één of meer handelspartners. Vaak genoten de stedelingen of de stad een recht van voorkoop. In vele gevallen ging met het stapelrecht een recht van voorlading gepaard, dit ten behoeve van de schippers of voerlieden van de stapelstad. Het stapelrecht kon alle produkten, een bepaalde categorie produkten of één bepaald produkt behelzen. De Zeeuwse steden die een stapelrecht hadden waren: Middelburg, Reimerswaal, Veere en Vlissingen.

Middelburg. De vroegste vermeldingen dateren uit de 14de eeuw. In 1337 en 1348 vestigden de Engelsen voor korte tijd hun wolstapel in de stad. In 1347 besloot ook het Schotse parlement hiertoe. In 1383 kwam de Engelse wolstapel weer naar Middelburg. In 1387 werden ook laken en lood als stapelgoed aangemerkt. Een jaar later kwam aan dit alles echter al weer een einde. In 1392 verleende hertog Albrecht een privilege aan de lakenkooplieden, doch ook deze stapel verliep tegen het midden van de 15de eeuw toen de Engelse lakenkooplieden naar Antwerpen verhuisden omdat deze stad hun meer voordelen bood. Het streven van Middelburg bleef erop gericht een algemeen stapelrecht te verwerven. In 1405 verleende graaf Willem VI een privilege aan de stad. inhoudende dat geen goederen mochten worden overgescheept voor het land van Walcheren, tenzij zij eerst zouden worden opgeslagen binnen de stad. In 1433 werd dit privilege door Philips de Goede nog uitgebreid door de bepaling, dat alle schepen die de Wielingen of het Veergat binnen kwamen voorzover zij niet van zijn onderdanen waren, last moesten breken binnen Middelburg. Door de mogelijkheid van afkoop (compositie) geraakte dit recht echter langzamerhand in verval en in 1445 deed de stad er afstand van. Van 1468 tot 1470, van 1478 tot 1483, van 1501 tot 1506 en in 1522 hadden de Schotten hun stapel in Middelburg. In 1508 werd de handel in westerse wijnen door de landsregering in de Arnestad gecentraliseerd. Niemand mocht enige westerse wijn verkopen eer die gegaugeerd, geroeid en gemeten zou zijn 'ter naester craene'. Op deze manier verwierf Middelburg feitelijk de stapel der westerse wijnen. In 1512 wist de stad de Merchant Adventurers nog voor enige tijd contractueel aan zich te binden, doch ook deze keer bleek de band niet bestand tegen de lokroep van Antwerpen. Ook de Portugezen hebben voor korte tijd binnen Middelburg hun stapel gehouden. In 1525 slaagde de stad erin hen te bewegen van Antwerpen over te komen. Maar de band werd spoedig weer verbroken. Ook in de 16de eeuw lukte het Middelburg niet om de stapel van alle westerse waren te verwerven. Met de Opstand zijn alle stapels in onbruik geraakt.

Reimerswaal. Men kan de bepaling van graaf Willem III van 1315, dat de kooplieden uit zijn landen die naar Brabant gingen of vandaar kwamen, hun goederen met uitzondering van verse vis, eerst op de weekmarkt te Reimerswaal moesten brengen, als het eerste stapelrecht der stad aanmerken. Graaf Willem V schonk in 1357 aan Reimerswaal de stapel der veeteeltprodukten, die de Schelde op- en afgevoerd zouden worden.

Veere. Nadat er in de hele 15de eeuw al een druk handelsverkeer tussen Veere en Schotland was geweest, werd in 1508 de Schotse wolstapel te Veere gevestigd. Tot 1541, toen de zaak definitief ten gunste van Veere werd beslist, vinden wij de stad in voortdurende wedijver met Middelburg en Antwerpen om het monopolie van het Schotse verkeer in ruil voor uitvoerige privileges te verwerven. De voornaamste produkten der Schotten waren: wol, wolvellen, huiden. lakens, zalm en kolen. Het economisch leven van Veere heeft zich na de gebeurtenissen van 1572 en de daarop volgende jaren spoedig hersteld. De Schotten. wier conservator uit vrees voor Alva naar Brugge was geweken. waren in 1577 alweer in Veere te vinden en sloten in oktober 1578 een stapelcontract met de stad. waar zij met een korte g onderbreking van 1668 tot 1675, tot 1799 bleven. Een poging in 1814 om de stapel te herstellen werd door deregering als in strijd met de beginselen der grondwet

afgewezen. De titel van conservator van de stapel te Veere bleef verbonden aan het Britse

consulaat te Rotterdam tot 1847. In 1579 werd aan Veere een stapelrecht van de vis verleend met de bepaling, dat de vissers hun vangst tussen Welsinge en Domburg nergens anders mochten verkopen clan binnen Veere.

Vlissingen. In 1444 werd door Philips van Bourgondië een stapelrecht voor de haring verleend. Deze mocht tussen Westkapelle en Welsinge nergens anders worden aangevoerd en verkocht dan te Vlissingen. Dit recht werd in 1544 door Maximiliaan van Bourgondië bevestigd.


AUTEUR

R. Huybrecht

LITERATUUR

T.P. van der Kooy, Hollands stapelmarkt. Unger en Westendorp Boerma, De steden van Zeeland (1954, 1955 en 1957). Perrels, Bijdragen. Perrels, De stapelcontracten. J. L. van Dalen, Bijdragen. Japikse, De Prins van Oranje en de Schotse stapel. Fruin, Stapelcontract van 12 april 1675.