Coosje Busken

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door W. van Gorsel (overleg | bijdragen) op 22 jul 2021 om 07:43 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'BUSKEN, Jacoba Adriana (geb. Vlissingen 3-12-1759 – gest. Brielle 21-9-1841), correspondentievriendin van Elisabeth Wolff-Bekker. Dochter van Conrad Rutger Busken...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

BUSKEN, Jacoba Adriana (geb. Vlissingen 3-12-1759 – gest. Brielle 21-9-1841), correspondentievriendin van Elisabeth Wolff-Bekker. Dochter van Conrad Rutger Busken (1717-1795), apotheker, en Jacoba Baert (1729-1784). Jacoba Busken trouwde op 16-8-1789 in Vlissingen met Samuel Theodore Huet (1759-1826), Waals predikant. Uit dit huwelijk werden 10 kinderen geboren, onder wie ten minste 3 zoons.

Als de belofte van een wonderkind groeide Jacoba (Coosje) Busken op in een Vlissings apothekersgezin. Zij had ten minste drie zussen, van wie er twee met name bekend zijn: Sibilla Jacomina (geb. 1753) en Suzanna (geb. na 1759). Rond 1771 betrad zij als eerste meisje de Vlissingse Latijnse school, waar zij privaatles kreeg van de rector. Haar prestaties waren zodanig dat haar een onderscheiding en een promotieceremonie in de plaatselijke kerk te beurt vielen. Maar net als haar zussen moest ook Coosje uiteindelijk in de leer bij de ‘Wolle- of Linnen-Naaiwinkel’, een soort huishoudschool avant la lettre, om zich voor te bereiden op het huwelijk. Dat liet echter nog enkele jaren op zich wachten, omdat zij vanaf 1780 de zorg op zich nam voor haar zieke zusters die alledrie tussen 1780 en 1784 kwamen te overlijden. Ook zorgde ze in diezelfde periode voor haar moeder, die aan borstkanker leed en in 1784 eveneens stierf. De drie huwelijksaanzoeken die Jacoba Busken in deze jaren kreeg, sloeg zij af.

In de vroege zomer van 1786 ontmoette Coosje Busken de toen 48-jarige Elisabeth Wolff. De kennismaking vond plaats toen Busken een zieke vriendin opzocht die enkele maanden bij Wolff en Deken in hun Beverwijkse buitenplaats Lommerlust verbleef. Wolff vatte een ‘met de liefde wedijverende vriendschap’ (Roosenschoon, 31) op voor Busken, waaraan ze in een aantal brieven uiting gaf. Wolff, die aan Busken minstens evenveel wetenschappelijk en letterkundig talent toedichtte als aan haar vriendin Agatha Deken, stond een literair ‘ménage à trois’ voor ogen. Zij verzocht Busken in overweging te nemen om naar Lommerlust te verhuizen wanneer haar vader zou komen te overlijden. De correspondentie tussen Busken en Wolff verwaterde echter na een jaar. Buskens kleinzoon, Conrad Busken Huet zou honderd jaar later, in 1886, een artikel wijden aan deze in de knop gestorven driehoeksverhouding.

In 1789 trouwde Jacoba Busken met Samuel Theodore Huet, die sinds 1784 Waals predikant was in Vlissingen. Als gevolg van Huets overplaatsing door het Franse bewind verhuisde het gezin in 1808 naar Brielle, waar Huet-Busken de rest van haar leven zou blijven wonen en haar tien kinderen opvoedde. Overigens had ze in 1797 de pen nog eens ter hand genomen om Wolff en Deken – na een ballingschap van tien jaar in Frankrijk – per brief welkom terug te heten in Nederland. De toon van de daaropvolgende correspondentie was warm, maar zou nog maar weinig van de vurigheid uit vroeger jaren hebben.

Coosje Huet-Busken schreef een twaalftal prozaschetsen, waarvan er één, ‘De winter’, in 1810 werd gepubliceerd in de Hedendaagsche Vaderlandse Bibliotheek van Wetenschap, Kunst en Smaak. De overige stukken zijn nooit gepubliceerd. Zij werd 81 jaar oud.

Naslagwerken

Brink; Nagtglas.

Archivalia

UB Amsterdam (UvA), Handschriftencollectie: Brieven van Jacoba Busken aan G.W. Oosten de Bruyn, 1777.

Publicatie

H., geb. B., ‘De winter’, in: Hedendaagsche Vaderlandse Bibliotheek van Wetenschap, Kunst en Smaak (1810) 2de stuk, 71-73.

Literatuur

   R.H.J. Gallandat Huet, Van en over Betje Wolff geb. Bekker (Haarlem 1881).
   Conrad Busken Huet, ‘Elizabeth Wolff, Agatha Deken en Jacoba Busken’, in: Litterarische fantasien en kritieken, 22 (Haarlem 1886) 1-20.
   P.J. Buijnsters, Wolff & Deken. Een biografie (Leiden 1984).
   De briefwisseling van Betje Wolff en Aagje Deken, 2 delen, P.J. Buijnsters ed. (Utrecht 1987).
   Wies Roosenschoon, Betje Wolff en Coosje Busken: een hartsvriendschap (Middelburg 1988).
   Pim van Oostrum, 'Elisabeth Bekkers afscheidsbrief "Aan eene vriendin", hoogzomer 1799', in: P. Altena en M. Everard red.,
   Onbreekbare burgerharten. De historie van Betje Wolff en Aagje Deken (Nijmegen 2004) 165-182.

Illustratie

Portret, door Ernst Uswaly, 1788 (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, Den Haag).