Veldspitsmuis

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Maintenance script (overleg | bijdragen) op 20 mrt 2014 om 14:07 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Veldspitsmuis (crocidura Leucodon)

Ze hebben veel kenmerken gemeen en het wordt altijd gemakkelijk gezegd: “Het verschil zie je zo!”. En inderdaad er zijn overeenkomsten maar ook verschillen tussen die grijze, bijna saaie huisspitsmuis en die fraai getekende veldspitsmuis. De lichaamslengte is gelijk aan die van de huisspitsmuis: 60-90 mm, maar de veldspitsmuis heeft met maximaal 43 mm een kortere staart. De veldspitsmuis heeft, net als de huisspitsmuis, een spitse snuit, grote buiten de vacht uitstekende oren, geheel witte tanden (maar wie ziet dat direct?) en spaarzaam, afstaande haren op de staart. Ook is er een plek op de flank waar het haar korter is dan de recht van het lichaam: de geurklier. Maar de veldspitsmuis heeft een witte buik en het donkergrijs van de rug loopt in een heel smalle baan uit over de voorpoot, waarbij steeds het contrast goed is te zien. En als je vaker naar de staart van een huisspitsmuis hebt gekeken, valt het op dat de staart relatief ook korter is. Een veldspitsmuis verspreidt niet zo’n muskusachtige geur als de huisspitsmuis uit de geurklier op de flanken, maar een geur die meer doet denken aan een wezel.


Meer informatie >>


AUTEUR

Bekker, J.P.


LITERATUUR

Bekker, J.P. e.a., 2010: Zoogdieren in Zeeland; Fauna Zeelandica Deel 6, Zoogdierenwerkgroep Zeeland, Stichting Het Zeeuwse Landschap, blz. 65-67

http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1681022